Skip to main content
European Commission logo
EACEA National Policies Platform:Eurydice
Politieke en economische situatie

Netherlands

1.Politieke, sociale en economische achtergronden en ontwikkelingen

1.4Politieke en economische situatie

Last update: 5 February 2018
 

Huidige politieke situatie

Op 5 november 2012 is het kabinet Rutte ІІ aangetreden, gevormd door VVD en PvdA. Onderstaand overzicht geeft de verdeling van de zetels weer bij de laatste verkiezingen.

Verdeling aantal zetels 

 20102012
VVD 31 zetels 41 zetels
PvdA 30 zetels 38 zetels
PVV 24 zetels 15 zetels
SP 15 zetels 15 zetels
CDA 21 zetels 13 zetels
D66 10 zetels 12 zetels
ChristenUnie  5 zetels  5 zetels
GroenLinks 10 zetels  4 zetels
SGP  2 zetels  3 zetels
Partij voor de Dieren  2 zetels  2 zetels
50Plus       -  2 zetels

Het huidige kabinet bestaat uit 13 ministers, waarvan zeven ministers van de VVD en zes ministers van de PvdA, en uit zeven staatssecretarissen, waarvan drie van de VVD en vier van de PvdA.

In het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ zijn de verschillende voornemens verwoord op het gebied van onderwijs. Hoofddoel is van goed naar excellent onderwijs. In het regeerakkoord worden verschillende voornemens genoemd, zie het regeerakkoord 'Bruggen slaan'.

De Tweede Kamerverkiezingen zijn op woensdag 15 maart 2017. De Kieswet bepaalt dat uiterlijk vijf jaar na de vorige verkiezingen nieuwe verkiezingen moeten plaatsvinden. Die worden overeenkomstig de Kieswet in maart gehouden, tenzij er in die periode andere verkiezingen (voor Staten of gemeenteraden) zijn.

De huidige Tweede Kamer wordt op donderdag 23 maart ontbonden en daarna treedt de nieuwgekozen Kamer aan.

 

Onderwijsuitgaven

In 2015 is in totaal 42,3 miljard euro besteed aan onderwijs, inclusief het onderzoek dat hogescholen en universiteiten uitvoeren in het kader van hun wettelijke taak en in de vorm van contractonderzoek voor derden. Dit is ruim 19 miljard euro meer dan in 2000. Binnen de overheid is vooral de Rijksoverheid meer gaan uitgeven voor onderwijs en onderzoek.

 

 

 

2000

2005

2010

2015

 

In mln euro

 

 

 

 

 

Uitgaven aan onderwijs

 

 

23.196

32.159

39.567

42.324

Overheid

 

 

19.638

26.864

32.802

34.503

Uitgaven aan onderwijsinstellingen

 

 

18.031

24.876

30.395

32.218

Subsidie- en fiscale regelingen

 

 

1.972

2.302

2.850

2562

Ontvangsten

 

 

365

314

443

277

Huishoudens

 

 

1.947

2.936

3.468

3.315

Uitgaven aan onderwijsinstellingen

 

 

1.749

2.250

2.563

3.076

Overige uitgaven aan onderwijs

 

 

1.224

1.598

1.742

1.740

Ontvangen bijdragen

 

 

1.026

912

837

603

Bedrijven

 

 

1.418

2.109

2.866

3.184

Uitgaven aan onderwijsinstellingen

 

 

1.692

2.399

3.447

3.417

Overige uitgaven aan onderwijs

 

 

6

12

27

78

Ontvangen subsidies

 

 

280

302

608

311

Buitenland

 

 

193

250

431

424

Uitgaven aan onderwijsinstellingen

 

 

78

134

277

390

Subsidieregelingen

 

 

115

115

154

34

Uitgaven aan onderwijs

 

In bbp%

5,2

5,8

6,2

5,8

 

De Rijksoverheid heeft in 2016 bijna € 29 miljard verdeelt over alle onderwijssectoren. Onderwijsinstellingen krijgen van de overheid 1 budget voor alle kosten die zij maken. Dit bedrag heet de lumpsum. Daarnaast krijgen onderwijsinstellingen extra geld om het onderwijs te verbeteren.

  • Het meeste is gegaan naar primair onderwijs (€ 9,9 miljard) en voortgezet onderwijs (€ 7,6 miljard).
  • Daarna volgen Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, en wetenschappelijk onderwijs (beide € 4 miljard).
  • Hoger beroepsonderwijs heeft € 2,6 miljard gekregen.

Uitgaven per leerling In de begroting van het ministerie van OCW staat welk bedrag het ministerie per leerling uitgeeft. Zo is er in 2015 bijvoorbeeld gemiddeld € 6.500 beschikbaar per leerling in het basisonderwijs. In het voortgezet onderwijs is in 2015 gemiddeld € 7.863 per leerling beschikbaar. 

Totale uitgaven aan onderwijsinstellingen als % bbp

  2000200520102015
  % BBP    
 Onderwijsuitgaven  5.2 5.8  6.2 5.8

Bron: Rijksoverheid

Bevolking: hoogst behaalde opleidingsniveau naar leeftijd

 

 

 

2005

2010

2015

Leeftijd

Hoogst behaald onderwijsniveau

 

X 1000

 

 

 

 

15 jaar of ouder

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Totaal

13.119

13.457

13.874

 

Basisonderwijs

1.541

1.414

1.508

 

Vmbo-g/t, avo onderbouw

1.212

1.246

975

 

Vmbo-b/k, mbo 1

2.225

2.117

2.025

 

Mbo 2 en 3

1.799

1.820

2.379

 

Mbo 4

2.009

2.124

1.802

 

Havo, vwo

1.242

1.184

1.209

 

Hbo, wo bachelor

1.889

2.246

2.439

 

Hbo-, wo-master, doctor

1.077

1.204

1.375

 

Onbekend

124

104

162

Steeds meer jonge mensen kiezen voor het hoger algemeen voortgezet onderwijs (HAVO) en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (VWO). Een toenemend aantal jongeren met een VMBO diploma vervolgen hun studie door naar de HAVO te gaan.

Verder is gebleken dat de laatste jaren steeds meer jongvolwassenen (18-25 jaar) zijn gaan studeren. Hierdoor is de bevolking ook hoger opgeleid.

Bron: CBS