Voorwaarden
Om in het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie (bve) als docent benoemd te kunnen worden, moet er aan één van de volgende voorwaarden voldaan worden
- De docent moet in het bezit zijn van een diploma van een tweedegraads of eerstegraads lerarenopleiding.
- De docent heeft een geschiktheidsverklaring van zijn werkgever (afgegeven na een geschikheidsonderzoek) en is in het bezit van een pedagogisch-didactisch getuigschrift (PDG). Dit zijn de zogenaamde zij-instromers. Zie hiervoor Docent bve zonder onderwijsbevoegdheid.
Om toegelaten te worden tot een lerarenopleiding waarmee een tweedegraads bevoegdheid gehaald kan worden, moet iemand beschikken over een havo-, vwo- of mbo-diploma (niveau 4). Is iemand niet in het bezit van deze diploma's, maar wel ouder dan 21 jaar, dan kan hij/zij een toelatingsonderzoek doen om toch te worden toegelaten tot de opleiding.
Lerarenopleiding na afronden van bachelor of master
Het is ook mogelijk om een kopopleiding te volgen na het behalen van een hbo- of wo-bachelor getuigschrift. De kopopleiding is feitelijk een volledige hbo-bacheloropleiding gericht op het tweedegraadsleraarschap. De student kan dan leraar worden in het vak waarin hij al op bachelor- of masterniveau is geschoold. Hij doorloopt de lerarenopleiding dan in een jaar (dus met drie jaren vrijstelling). Er kan ook een lerarenopleiding van één jaar aan de universiteit gevolgd worden. Die opleiding volgt op een universitaire vakmasteropleiding.
Docent bve zonder onderwijsbevoegdheid
Ook als iemand geen diploma van een lerarenopleiding heeft, is het mogelijk om in het bve aan de slag te gaan als leraar. De school kan iemand als zij-instromer in dienst nemen als diegene
- een hbo-diploma heeft of een diploma van een universitaire opleiding;
- een mbo-diploma heeft en beschikt over ten minste 3 jaar praktijkervaring in het beroep waarop het onderwijs is gericht. Bovendien moet diegene kunnen aantonen dat hij/zij een hbo-denk- en werkniveau heeft.
Zij-instromers dienen voorts een geschiktheidsonderzoek te doen. Mede aan de hand van het geschiktheidsonderzoek beoordeelt de werkgever of de zij-instromer vakinhoudelijk bekwaam is en geschikt is voor het beroep van docent. Als dat het geval is, krijgt de zij-instromer een geschiktheidsverklaring van zijn werkgever. Hiermee kan de zij-instromer tijdelijk als docent worden benoemd. Hij moet dan wel binnen 2 jaar het pedagogisch-didactisch getuigschrift (PDG) behalen . Deze termijn van 2 jaar kan met nog eens 2 jaar verlengd worden. Als zij-instromers hun PDG behaald hebben, kunnen ze een vaste aanstelling als docent krijgen. Het PDG is vastgelegd in artikel 7a.4 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).
In Nederland bestaan er voltijd-, deeltijd- en duale lerarenopleidingen. Stage maakt altijd een onderdeel uit van de opleiding. In de eindfase van de studie kan een student gedurende 5 maanden aangesteld worden als Leraar-in-opleiding (LIO). Een LIO heeft nog geen onderwijsbevoegdheid, maar mag wel lesgeven zonder begeleiding van een docent.
Werknemers bedrijfsleven tijdelijk als leraar voor de klas
Werknemers die hun baan in het bedrijfsleven willen houden maar ook graag (tijdelijk) in het onderwijs aan de slag willen, kunnen via het bedrijf worden gedetacheerd aan een school. Zo kan een automonteur bij een instelling als gastdocent lesgeven in reparatie van auto’s en na schooltijd bij een garage werken.
zij hoeven dan geen diploma van een lerarenopleiding of een geschiktheidsverklaring plus PDG te hebben.
voorwaarde is dan wel dat zijop jaarbasisgemiddeldniet meer dan vier klokuren per week lesgeven enonder verantwoordelijkheid van een bevoegde docent onderwijs verzorgen.
Werknemers uit het bedrijfsleven kunnen ook als instructeur in het bve gaan werken. Ze behoren dan tot het zogeheten onderwijsondersteunend personeel dat rechtstreeks betrokken is bij het onderwijsleerproces. Voor dit personeel zijn recent bekwaamheidseisen ontwikkeld die wettelijk vastgelegd zullen worden (net zoals dit voor docenten al langer het geval is).