Skip to main content
European Commission logo
EACEA National Policies Platform:Eurydice
Bevolking: Demografische situatie, taal en geloof

Netherlands

1.Politieke, sociale en economische achtergronden en ontwikkelingen

1.3Bevolking: Demografische situatie, taal en geloof

Last update: 5 February 2018
 

Demografische situatie

Op 15 september 2016 telde Nederland bijna 17 miljoen inwoners (16.979.120), die leven op een oppervlakte van 41.528 km2 (33.881 km2 land). Per km2 is de bevolkingsdichtheid 502 personen. Nederland telt ongeveer 3,7 miljoen (3.752.291) inwoners met een migratieachtergrond (22% van de totale bevolking). Bij het afbakenen van personen met een migratieachtergrond staat het geboorteland van de ouders centraal:

  • • Bij personen met een Nederlandse achtergrond zijn beide ouders in Nederland geboren.
  • • Bij personen met een migratieachtergrond is ten minste één ouder in het buitenland geboren

In Nederland is iets meer dan 1/3 (34,8%) van de bevolking tussen de 40 tot 65 jaar. Onderstaand overzicht geeft een beeld van de leeftijdsopbouw van de bevolking in Nederland.

Leeftijdsopbouw bevolking Nederland

Bevolking naar leeftijd200020052010201320152016
In %      
Jonger dan 20 jaar  24,4  24,5  23,7  23,122,7  22,5
20 tot40 jaar  30,0  27,4  25,3  24,624,524,5
40 tot 65 jaar  32,0  34,1  35,7  35,535,134,8
65 tot 80 jaar  10,4  10,5  11,4  12,613,413,8
80 jaar en ouder    3,2    3,5    3,9   4,24,34,4
       
In aantallen      
Jonger dan 20 jaar 3.873.008 3.987.957 3.928.334 3.870.4233.828.059 3.818.499
20 tot40 jaar 4.761.504 4.467.783 4.192.772 4.119.8324.134.4474.163.702
40 tot 65 jaar 5.076.996 5.561.116 5.915.555 5.963.5235.963.523 5.911.611
65 tot 80 jaar 1.652.103 1.715.097 1.890.334 2.121.3912.121.3912.336.560
80 jaar en ouder    500.339    573.573    647.994    702.856734.976 748.748
Totaal15.863.95016.305.52616.574.98916.778.02516.900.726 16.979.120

Bron: CBS

Werkgelegenheid- en werkloosheidscijfers beroepsbevolking

  • De werkloosheid nam in de afgelopen drie maanden met 13 duizend per maand af en kwam in oktober uit op 502 duizend, oftewel 5,6 procent van de beroepsbevolking (2016).
  • Het dalingstempo uit de (na)zomer van 2016 zet zich ook door in het najaar. Dat meldt CBS. UWV telde eind oktober 420 duizend WW-uitkeringen.
  • Het totaal aantal mensen op de arbeidsmarkt nam net als in de zomer verder toe. Dat betekent dat het aantal werkenden harder toeneemt dan de werkloosheid daalt. Vooral 45-plussers zijn weer vaker aan het werk.

 

Bron: CBS

Migratie- en immigratiestromen

Op 1 januari 2016 had 12,3 procent van de inwoners van Nederland een niet-westerse, en 9,8 procent een westerse achtergrond. Bijna de helft van de personen met een niet-westerse achtergrond is in Nederland geboren en hoort daarmee tot de tweede generatie. Bij degenen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond is dat zelfs al iets meer dan de helft. De tweede generatie is nog wel heel jong. Terwijl de eerste generatie gemiddeld net zo oud is als personen met een Nederlandse achtergrond (43 jaar), is de niet-westerse tweede generatie gemiddeld 18 jaar.

Personen met verschillende migratieachtergronden wonen niet gelijk verdeeld over Nederland. Zo wonen personen met een niet-westerse achtergrond vooral in (de buurt van) de vier grote steden. In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag heeft meer dan 30 procent van de inwoners een niet-westerse achtergrond.

De grootste groep niet-westerse allochtonen wordt gevormd door Turken (397.471) op de voet gevolgd door Marokkanen (385.761) en Surinamers (349.002). Na de Nederlandse Antillen en Aruba (150.981) neemt de omvang van de andere herkomstlanden snel af.

 

2000

2005

2015

2016

In aantallen

 

 

 

 

Turken

308.890

358.846

396.555

397.471

Marokkanen

262.221

315.821

380.755

385.761

Surinamers

302.514

329.430

348.662

349.022

Antillen & Aruba

107.197

130.538

148.926

150.981

Overig, niet-westers

427.945

564.407

763.611

813.357

Bron: CBS

Leerlingen

  • In de derde klas van het voortgezet onderwijs gaat 52 procent van de leerlingen met een Nederlandse achtergrond naar het vmbo, 25 procent naar de havo en 23 procent naar het vwo.
  • Leerlingen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond gaan relatief vaak naar het vmbo: ongeveer drie kwart van de leerlingen, en veel minder naar het vwo.
  • In het derde leerjaar van het voortgezet onderwijs ging van de leerlingen met een Surinaamse achtergrond 65 procent en met een Antilliaanse 69 procent naar het vmbo.
  • Binnen het vmbo volgen leerlingen met een niet-westerse achtergrond relatief vaker de lagere niveaus dan leerlingen met een Nederlandse achtergrond.

Bron: CBS

 

Taal

Nederlands is de officiële taal van Nederland. Daarnaast is Fries in de provincie Fryslân erkend als tweede officiële taal.

Fries

  • Fries en Nederlands zijn de officiële talen in de provincie Fryslân. Friese burgers hebben het recht om hun eigen taal (Nederlands of Fries) te gebruiken. Bijvoorbeeld in de rechtszaal of in contact met de gemeente. Dat is geregeld in de Wet gebruik Friese taal.
  • De wet bepaalt ook hoe in het rechtsverkeer de eed of belofte in het Fries wordt afgenomen. En hoe Friese gemeenten regels en een beleidsplan moeten opstellen voor het gebruik van de Friese taal.
  • Het Fries is een gestandaardiseerde taal. De provincie stelt in overleg met de Fryske Akademy de spelling van het Fries vast.

Nedersaksisch en Limburgs Het Nedersaksisch (in 1996) en het Limburgs (in 1997) zijn erkend als regionale talen onder het Europees Handvest. Door deze erkenning kunnen betrokken provincies en gemeenten een eigen beleid voor deze regionale talen voeren. Daarmee bevorderen zij het cultureel erfgoed van Nederland. Zij geven bijvoorbeeld subsidies aan lokale toneelverenigingen. Of aan regionale omroepen die voor een deel in deze talen uitzenden. Het Limburgs en het Nedersaksisch zijn niet gestandaardiseerde talen. Zo kent het Nedersaksisch verschillende varianten. Waaronder het Gronings, het Drents en het Twents.

Jiddisj en de talen van Roma en Sinti Het Jiddisj en het Sinti-Romanes zijn in 1996 door Nederland erkend als non-territoriale talen. De sprekers wonen verspreid over Nederland maar ook in andere Europese landen. Zo wonen er bijvoorbeeld ook Sinti en Roma in onze buurlanden.

Talen en onderwijs Sinds 1 januari 2016 mogen basisscholen tot 15% van hun lessen in een andere taal geven. De leerlingen krijgen dus niet alleen het vak Engels. Leraren kunnen ook vakken zoals gym en geschiedenis in het Engels geven. Tweetalig primair onderwijs (tpo) is een proef op een aantal basisscholen. Ze geven 30 tot 50% van alle vakken in het Engels vanaf groep 1. Daardoor leren kinderen beter Engels spreken dan kinderen die pas later kennismaken met deze taal. De pilot duurt tot en met 2019.

In het hoger onderwijs en in volwasseneneducatie en beroepsonderwijs is wettelijk geregeld dat het onderwijs in het Nederlands wordt gegeven en dat de examens in het Nederlands worden afgenomen. Hiervan kan worden afgeweken wanneer het een taalopleiding betreft, wanneer het onderwijs betreft dat door een anderstalige gastdocent wordt gegeven of indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt.

Bron: Rijksoverheid

 

 

Religie

Vrijheid van godsdienst is vastgelegd in de Grondwet. In Nederland is er scheiding van Kerk en Staat, er is geen staatsgodsdienst. Van de Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder rekent 50% zich tot een kerkelijke gezindte of een levensbeschouwelijke groepering. Het gaat hierbij om de beleving van de gelovige.

  • De rooms-katholieken vormen hierbij de grootse groep  (24%).
  • Van de Protestanten (15%) is 6% lid van de hervormde kerk, 6 % is lid van de PKN en 3% noemt zich gereformeerd.
  • Verder is rond de 5% moslim.
  • 6 % zegt een ander geloof aan te hangen zoals het jodendom, hindoeïsme of boeddhisme.

Bron: CBS

Nederland kent openbaar en bijzonder  onderwijs. Het openbaar onderwijs is een onderwijsvorm zonder een bepaalde godsdienst of levensbeschouwing als grondslag. Het bijzonder onderwijs betreft scholen die vanuit een bepaalde godsdienst, levensbeschouwing, maatschappelijke of onderwijskundige visie het onderwijs vormgeven.