Middelbaar beroepsonderwijs De overheid wil de kwaliteit van de opleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) verbeteren met meer lesuren en meer begeleiding. Hierover zal het kabinet prestatieafspraken maken met mbo-instellingen. Volle roosters, uitdagende opleidingen, voldoende aandacht voor de basisvaardigheden taal/rekenen en een sterke praktijkoriëntatie moeten onder andere bijdragen aan meer kwaliteit.
Volwassenenonderwijs De overheid wil dat een grotere groep laaggeletterden volwassenenonderwijs gaat volgen. Daarom bieden gemeenten vooral cursussen aan die mensen helpen beter te worden in taal en rekenen. Gemeenten krijgen hiervoor jaarlijks € 53 miljoen van de overheid. Dit geld gaat naar de regionale opleidingscentra (roc's) die opleidingen voor volwassenen aanbieden. De Rijksoverheid stelt daarnaast € 58 miljoen rechtstreeks beschikbaar voor het vavo bij roc's.
Verantwoordelijke instellingen
Een van de centrale doelstellingen van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) is versterking van de kwaliteit van de volwasseneneducatie en het beroepsonderwijs. De WEB verplicht instellingen een stelsel van kwaliteitszorg op te zetten en te onderhouden. Deze wettelijke bepaling gaat uit van het zelfregulerend vermogen van de instellingen. Ze moeten de eigen kwaliteit kunnen bewaken en zichzelf bij onvoldoende kwaliteit kunnen corrigeren. De Inspectie houdt toezicht op:
- de kwaliteit van het onderwijs;
- de kwaliteit van de examinering;
- de rechtmatige besteding van middelen, het financieel beheer en de financiële positie van scholen.
Als er gekeken wordt naar de kwaliteit worden instellingen voor mbo en volwassenenonderwijs samen genomen (zo ook in de rapporten van de Inspectie). Scholen voor middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en het volwassenenonderwijs zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de kwaliteit en maakt een kwaliteitskaart van de onderwijsinstelling. Aan de hand van deze kaart kan iemand zelf de kwaliteitsgegevens van een school bekijken.
De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op het onderwijs en de examinering van het middelbaar beroepsonderwijs en het volwassenenonderwijs.
Kwaliteitsgegevens van scholen openbaar De Inspectie beoordeelt niet alleen de kwaliteit van scholen voor beroepsonderwijs en het volwassenenonderwijs, ze stimuleert scholen ook om de beste kwaliteit te leveren. De Inspectie doet dit onder andere door de resultaten van het onderzoek openbaar te maken. De onderzoeksgegevens over scholen kunnen daarom opgezocht worden op de website van de Inspectie.
Zie voor meer informatie het Toezichtkader.
Aanpak en methoden voor kwaliteitsbewaking
Externe evaluatie instellingen
Scholen voor middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en het volwassenenonderwijs zijn zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op het onderwijs en de examinering van het middelbaar beroepsonderwijs en het volwassenenonderwijs. Dit wordt gedaan aan de hand van Toezichtkaarten. Deze geven het oordeel van de Inspectie weer en ook de voorgestelde vorm van toezicht. Informatie over de kwaliteit van een voortgezet onderwijsschool is te vinden op onderwijssoort van een vestiging en, indien van toepassing, ook op vestigingsniveau.
Examinering Een onderwijsinstelling is zelf verantwoordelijk voor de examenkwaliteit en dus ook voor de kwaliteit van de ingekochte exameninstrumenten en/of -diensten. Het toezicht op de kwaliteit van de examinering in het middelbaar beroepsonderwijs vindt plaats op basis van het toezichtkader mbo 2012. De landelijke examenstandaarden, bedoeld in artikel 7.4.4 van de Wet educatie en beroepsonderwijs, zijn verwerkt in het waarderingskader. Deze standaarden zijn opgenomen in de Regeling standaarden examenkwaliteit mbo 2012. Wanneer de onderwijsinstelling zelf de examinering verzorgt dan wordt de examenkwaliteit onderzocht bij de onderwijsinstelling. Instellingen kunnen er voor kiezen de examinering uit te laten voeren door exameninstellingen. Ook op deze exameninstellingen houden wij toezicht.
Aangepast toezicht examens (in het middelbaar beroepsonderwijs en volwassenenonderwijs) Indien de examenkwaliteit van een opleiding zeer ernstige tekortkomingen vertoont, kan de Inspectie besluiten tot aangepast toezicht examens. De Inspectie verscherpt dan het toezicht. Meer informatie over dit resultaat leest staat in het kwaliteitsrapport of in een afzonderlijk rapport over examens.
Toezichtkader De Inspectie maakt bij het beoordelen van de kwaliteit van het onderwijs op een school of instelling gebruik van een toezichtkader. Daar staat in hoe de Inspectie werkt, wat zij beoordeelt en wanneer het onderwijs van voldoende kwaliteit is. Zo weten scholen en besturen wat ze van de inspectie kunnen verwachten. In het Toezichtkader staat de opzet van het toezicht op de onderwijskwaliteit en de examenkwaliteit van bekostigde en niet bekostigde instellingen (wat betreft erkende mbo-opleidingen), en op de financiële rechtmatigheid van de bekostigde instellingen.
Het kader is van toepassing op het onderwijs van instellingen dat zij verzorgen op basis van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Het onderwijs van deze instellingen op basis van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) valt onder het toezichtkader voortgezet onderwijs.
Sinds 2006 houdt de inspectie toezicht op de werkzaamheden van kenniscentra beroepsonderwijs bedrijfsleven. Deze werkzaamheden zijn de beschikbaarstelling en ondersteuning van leerbedrijven voor stage en beroepspraktijkvorming, en het opstellen van kwalificatiedossiers als onderdeel van de kwalificatiestructuur in het mbo. Dit toezicht is risicogericht en gaat uit van de gegevens in de jaarrapportages en signalen. Voor dit toezicht geldt een apart toezichtkader.
Sinds 2013 is voor het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) een nieuw toezichtkader van kracht. Dit is van toepassing op vavo-opleidingen bij zowel bekostigde als niet-bekostigde instellingen.
Interne evaluatie instellingen
De Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) gaat uit van het principe dat onderwijsinstellingen zelf verantwoordelijk zijn voor hun kwaliteit. De wettelijke taken van de Inspectie zijn geregeld in de Wet op het onderwijstoezicht.
In de Wet Educatie en Beroepsonderwijs is het inrichten van een stelsel van kwaliteitszorg expliciet als opdracht aan het bevoegd gezag van de instellingen vastgelegd. Het doel hiervan is dat de instelling zich systematisch bezint op de eigen onderwijsprestaties en op de verbetering van die prestaties.
Raden van Toezicht Binnen de mbo-instellingen is sprake van raden van toezicht. Deze hebben de verantwoordelijkheid om intern toezicht uit te oefenen op de instelling en meer in het bijzonder op de colleges van bestuur. Op deze wijze wordt het besturen (colleges van bestuur) en het toezicht houden (raden van toezicht) van elkaar gescheiden. Dat is een belangrijk principe van goed bestuur.
Lerarenevaluatie
In het toezichtkader wordt er ook aandacht besteed aan de kwaliteit van het leraarschap. Het gaat in dit geval om het didactisch handelen van de leraar: ‘De opleiding biedt voldoende structurering van de leeractiviteiten, instructie, begeleiding van de leeractiviteiten, praktische oefening en feedback op de vorderingen’.
Jaarlijks vindt in het middelbaar beroepsonderwijs een grootschalig onderzoek onder mbo-studenten plaats, de zogenaamde JOB-enquête. Hierin beoordelen studenten onder andere hun docenten. Dat leidde in 2012 tot de volgende resultaten:
- 65 procent van de mbo-studenten is tevreden over het contact met docenten;
- 59 procent is positief over de kwaliteit van docenten;
- 54 procent is tevreden over de begeleiding bij leerproblemen;
- 49 procent is tevreden over de begeleiding in algemene zin.