Bestuursorganisatie
De bestuursorganisatie van de instellingen voor hoger onderwijs wordt geregeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Hogescholen en universiteiten hebben een verschillende bestuursorganisatie.
Hogeschool
Het dagelijks bestuur van een bijzondere instelling voor hoger beroepsonderwijs, een hogeschool, wordt gevormd door een centrale directie of een college van bestuur, die beide uit ten hoogste 3 leden bestaan.
De centrale directie heeft onder verantwoordelijkheid van het instellingsbestuur de leiding over de beleidsvoorbereiding en -uitvoering, de coördinatie van de dagelijkse gang van zaken en het beheer van de hogeschool. Het college van bestuur is belast met de taken en de bevoegdheden van de centrale directie alsmede met de door het instellingsbestuur aan het college overgedragen taken en bevoegdheden.
Universiteit
Sinds de Wet modernisering universitaire bestuursorganisatie (MUB) van 1997 zijn de bestuursorganen van de universiteit het college van bestuur, de raad van toezicht en de decaan. Deze hebben de volgende taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden: • Het college van bestuur is belast met het bestuur van de universiteit in haar geheel en het beheer daarvan. Het college bestaat uit ten hoogste drie leden, waaronder de rector magnificus. Het college is verantwoording verschuldigd aan de raad van toezicht en verstrekt de raad de gevraagde inlichtingen betreffende zijn besluiten en handelingen; • De raad van toezicht is belast met het toezicht op het bestuur van de universiteit in haar geheel en op het beheer daarvan. De raad bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijf leden. De raad is verantwoording verschuldigd aan de minister en verstrekt de minister de gevraagde inlichtingen betreffende zijn handelingen. De voorzitter en de andere leden van de raad van openbare universiteiten worden door de minister benoemd. De raad van toezicht benoemt, schorst en ontslaat de collegeleden; • Op facultair niveau zijn bestuur en beheer in handen van de decaan, deze is belast met de dagelijkse leiding van de faculteit. De decaan is verantwoordelijk voor de inrichting van het onderwijs en de wetenschapsbeoefening van de faculteit. Het college van bestuur benoemt de decaan. Ook kan het college van bestuur een meerhoofdig faculteitsbestuur benoemen met dezelfde verantwoordelijkheden en bevoegdheden. In dat geval is de decaan voorzitter. De decaan c.q. het faculteitsbestuur is verantwoording schuldig aan het college van bestuur, dat op haar beurt wordt gecontroleerd door de raad van toezicht. De MUB is ingevoerd om de autonomie van de universiteiten te vergroten en de bestuursorganisatie te professionaliseren. Met de MUB werd het medebestuur van studenten en personeel vervangen door medezeggenschap. Vanwege hun eigen aard kunnen de bestuursstructuurbepalingen van bijzondere universiteiten afwijken indien de minister hier geen bezwaar tegen heeft.
Open Universiteit
De bestuursorganen van de Open Universiteit zijn het college van bestuur en de raad van toezicht. Het college van bestuur bestaat uit ten hoogste drie leden en wordt benoemd door de raad van toezicht. De raad van toezicht wordt benoemd door de minister van onderwijs, cultuur en wetenschap en bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijf leden.