Skip to main content
European Commission logo
EACEA National Policies Platform:Eurydice
België-Vlaamse-gemeenschap:Organisatie van de eerste graad secundair onderwijs

Belgium - Flemish Community

6.België-Vlaamse-gemeenschap:Secundair en post-secundair niet-tertiair onderwijs

6.1België-Vlaamse-gemeenschap:Organisatie van de eerste graad secundair onderwijs

Last update: 18 December 2019

Soorten instellingen

De eerste graad secundair onderwijs is onderverdeeld in twee leerjaren. Het eerste jaar heeft een A-stroom en een B-stroom. In de A-stroom stromen de meeste leerlingen met een getuigschrift basisonderwijs in.

De B-stroom is bestemd voor leerlingen zonder getuigschrift basisonderwijs of voor leerlingen die minder geschikt zijn voor overwegend theoretisch onderwijs. Dit leerjaar fungeert als brugklas tussen het lager en het secundair onderwijs. Na het 1e leerjaar B kunnen de leerlingen ofwel naar het beroepsvoorbereidend leerjaar ofwel naar het 1e leerjaar A.

Het tweede leerjaar van de eerste graad bouwt verder op de A-stroom en biedt naast de basisvorming de keuze uit verschillende basisopties. Het bereidt de leerling voor om in de tweede graad te kiezen voor een studierichting in het algemeen- (aso), technisch- (tso) of kunstsecundair onderwijs (kso).

Een alternatief beroepsvoorbereidend tweede leerjaar biedt naast de basisvorming de keuze uit verschillende opleidingen die hier beroepenvelden worden genoemd. Het bereidt de leerling voor om in de tweede graad te kiezen voor één van de studierichtingen in het beroepssecundair onderwijs (bso).

Een school dient in de eerste graad zowel het eerste als het tweede leerjaar aan te bieden. Het schoolbestuur kan vrij kiezen of ze de A-stroom, de B-stroom of beiden aanbiedt. Het is ook het schoolbestuur dat beslist welke basisopties en/of beroepenvelden ze in het tweede leerjaar wenst in te richten, na overleg in de scholengemeenschap waartoe de school behoort. De invoering van een nieuw leerjaar, een nieuwe basisoptie of een nieuw beroepenveld in een school is afhankelijk van de programmatienormen.

Ongeveer 130.000 jongeren, of 32% van de leerlingen secundair onderwijs, zijn ingeschreven in de eerste graad.

Geografische toegankelijkheid

Scholen met een eerste graad zijn in de verschillende onderwijsnetten vrij gelijkmatig verspreid over het territorium.  De wettelijke programmatienormen laten de oprichting van scholen onder bepaalde voorwaarden toe waarbij zekere gunstnormen (nl. lagere minimum leerlingenaantallen) gelden om een spreiding over het ganse territorium te bewerkstelligen.

Ouders en leerlingen zijn vrij in hun schoolkeuze. Zie Fundamentele principes en beleidslijnen voor meer info. De Vlaamse overheid biedt een tool aan om een passende school te vinden.

Toelatingsvoorwaarden en schoolkeuze

Toelatingsvoorwaarden 

Voor de eerste graad van het secundair onderwijs gelden volgende toelatingsvoorwaarden:

  • eerste leerjaar A: getuigschrift basisonderwijs of getuigschrift eerste leerjaar B
  • eerste leerjaar B: leeftijd van 12 jaar
  • tweede leerjaar: getuigschrift eerste leerjaar A
  • beroepsvoorbereidend leerjaar: getuigschrift eerste leerjaar A of B of leeftijd van 14 jaar

De toelatingsklassenraad kan van deze algemene regels afwijken.

De gedetailleerde toelatingsvoorwaarden werden opgenomen in een besluit van de Vlaamse Regering (19 juli 2002) en toegelicht in Omzendbrief SO 64 (25/06/1999).

Schoolkeuze

Ouders hebben in samenspraak met de leerling het recht op inschrijving in de school van hun keuze. De inschrijving geldt voor de duur van de hele schoolloopbaan (gegarandeerde schoolloopbaan), tenzij het schoolbestuur of de ouders besluiten om de leerling uit te schrijven. Het inschrijvingsrecht, de procedures en de voorrangsregeling zijn van toepassing. Zie Fundamentele principes en beleidslijnen voor meer info. De ouders moeten zich schriftelijk akkoord verklaren met het schoolreglement en het pedagogisch project.

Een schoolbestuur kan onder voorwaarden de inschrijving van een leerling weigeren als:

  • de leerling niet voldoet aan de toelatings-, overgangs- of instapvoorwaarden op de dag van de effectieve instap;
  • de inschrijving van de leerling tot doel heeft in dat schooljaar afwisselend naar verschillende scholen te gaan;
  • de capaciteit wordt overschreden;
  • het niveau waarin de leerling wil inschrijven volzet werd verklaard;
  • de leerling het lopende schooljaar, het vorige schooljaar of het daaraan voorafgaande schooljaar uit de school werd uitgeschreven als gevolg van definitieve uitsluiting als tuchtmaatregel;
  • de leerling elders werd uitgeschreven als gevolg van definitieve uitsluiting als tuchtmaatregel;
  • de leerling specifieke onderwijsbehoeften heeft.

Voor de toepassing van het inschrijvingsrecht op het secundair onderwijs: zie Omzendbrief SO/2012/01.

Leeftijdsniveaus en leeftijdsgroepen

Kenmerkend voor het secundair onderwijs is dat het leerprogramma door verschillende leraars wordt onderwezen. Elke leraar geeft één of meer vakken in functie van zijn bekwaamheidsbewijs. De maximum/minimum klasgrote en de invulling van deze klassen met leerlingen van verschillende leeftijdsgroepen behoort tot de autonomie van de school of de  schoolgroep. Toelating van een leerling tot een bepaald leerjaar en opleiding binnen dat leerjaar (die bestaat uit één klas of meerdere parallelklassen) hangt af van de toelatingsvoorwaarden. Eén van die toelatingsmogelijkheden, die ook de meest voorkomende is, is de toelating op basis van vooropleiding. Aangezien een leerling een leerjaar soms moet overzitten (indien niet geslaagd) of in zijn/haar curriculum van studierichting kan veranderen en daardoor soms overzit, betekent dit dat een klasgroep niet altijd is samengesteld uit lln van dezelfde leeftijd. 

Organisatie van het schooljaar

Het schoolbestuur heeft een grote vrijheid betreffende de organisatie van de schooldag, schoolweek en het schooljaar in het secundair onderwijs.

Het schooljaar begint op 1 september en eindigt op 31 augustus. Deze periode van 12 maanden wordt onderbroken door diverse vakanties waarin de lessen worden geschorst:

  • herfstvakantie (1 week)
  • kerstvakantie (2 weken)
  • krokusvakantie (1 week)
  • paasvakantie (2 weken) 
  • zomervakantie (2 maanden)

De niet-vakantieperiodes worden besteed aan lessen en aan andere onderwijsactiviteiten die gelijkgesteld worden met lessen zoals bijvoorbeeld stages, werkplekleren, schooluitstappen en examens. De regelgeving legt de lesspreiding op dag- en weekbasis vast, maar het schoolbestuur kan daar om gefundeerde redenen van afwijken zolang dit het normale lesvolume op schooljaarbasis en de afwerking van de leerprogramma’s niet in het gedrang brengt.

Voor de precieze regelgeving: zie Omzendbrief SO 74.

Organisatie van de schooldag en schoolweek

Schoolweek

De lessen in het secundair onderwijs worden gespreid over 9 halve dagen gegeven van maandag tot en met vrijdag; leerlingenstages worden hierbij buiten beschouwing gelaten. Binnen dat tijdsbestek wordt het 'voltijds secundair onderwijs' ingericht gedurende ten minste 28 lestijden van 50 minuten.

Het totaal aantal wekelijkse lestijden dat de overheid financiert, varieert naargelang de graad en de onderwijsvorm, waarbij 36 uur het maximum is. Het schoolbestuur kan lessentabellen opstellen die het overheidsmaximum overschrijden indien ze deze zelf bekostigt.

Schooldag

De lessen starten ten vroegste om 8u en eindigen tussen 15u en 17u. Er is een middagpauze van minimaal 50 minuten. Het aantal lesuren per halve dag is enkel op weekbasis vastgelegd.

Lengte van de schooldag in het secundair onderwijs

 voorschoolse opvangleslunchpauzelesnaschoolse opvang
maandagautonomie van de schoolautonomie van de school - ten vroegste 8.00uminimaal 50 minutenautonomie van de school - tussen 15.00u en 17.00uautonomie van de school
dinsdagautonomie van de schoolautonomie van de school - ten vroegste 8.00uminimaal 50 minutenautonomie van de school - tussen 15.00u en 17.00uautonomie van de school
woensdagautonomie van de schoolautonomie van de school - ten vroegste 8.00uminimaal 50 minutenautonomie van de school - tussen 15.00u en 17.00uautonomie van de school
donderdagautonomie van de schoolautonomie van de school - ten vroegste 8.00uminimaal 50 minutenautonomie van de school - tussen 15.00u en 17.00uautonomie van de school
vrijdagautonomie van de schoolautonomie van de school - ten vroegste 8.00uminimaal 50 minutenautonomie van de school - tussen 15.00u en 17.00uautonomie van de school
zaterdaggeen lesgeen lesgeen lesgeen lesgeen les