Skip to main content
European Commission logo
EACEA National Policies Platform:Eurydice
National reforms related to transversal skills and employability

Belgium - Flemish Community

14.België-Vlaamse-gemeenschap:Lopende Hervormingen en Beleidsontwikkelingen

14.5National reforms related to transversal skills and employability

Last update: 12 April 2022

2021

Digisprong

Het belang van de digitalisering van het onderwijs werd duidelijk door de coronapandemie. Het is de ambitie van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming om de digitale competenties van alle lerenden, van lagereschoolkind tot volwassene, te versterken. Vanuit een sterk Vlaams e-inclusiebeleid, wordt er ook bijzondere aandacht geschonken aan kwetsbare doelgroepen. De maatregelen en acties om afstandsonderwijs te faciliteren, worden gekaderd binnen het relanceplan en het streven naar digitale inclusie.

Er wordt ingezet op 5 fronten voor een versneld digitaliseringsbeleid: (1) een digitaal vriendelijke overheid, (2) ICT-infrastructuur, (3) ICT-visie en schoolbeleid, (4) digitale leermiddelen en (5) ICT-vaardigheden. Een sterke ICT-infrastructuur en ontwikkeling van een ICT-visie en -beleid van scholen gelden als basisvoorwaarde om te komen tot een digitale versnelling en ontwikkeling van een ICT-visie en -beleid van scholen. Om de ICT-vaardigheden bij leraren en in schoolteams in het leerplicht- en volwassenenonderwijs verder te ontwikkelen, worden bestaande initiatieven versterkt en zullen IT-bootcamps voor leerkrachten en ICT-coördinatoren georganiseerd worden.

De digitale transformatie van het Vlaamse onderwijs is een complex proces. Om de vele diverse acties en projecten in het onderwijsveld vanuit eenzelfde kader te coördineren en te ondersteunen, wordt een kennis-en adviescentrum opgericht. De creatie van het ambt van ICT-coördinator is voorzien voor september 2021.

Een nieuw STEM-actieplan

Om loopbanen in wiskunde, exacte wetenschappen, engineering en techniek te stimuleren, stippelde de Vlaamse Regering een STEM-actieplan uit voor de periode 2012-2020. De Vlaamse arbeidsmarkt heeft nood aan meer mensen met een STEM-profiel en met de toenemende digitalisering en technologisering zal die vraag enkel toenemen. In het kader van dit actieplan werd de STEM-monitor ontwikkeld die inzichten in evoluties van relevante STEM–indicatoren zoals instroom-, doorstroom- en uitstroomgegevens van leerlingen in STEM-gerelateerde opleidingen in het secundair onderwijs, cursisten volwassenenonderwijs en studenten hoger onderwijs aanlevert. De meest recente, gepubliceerde STEM-Monitor is die van 2020 (met data van 2018-2019), deze kan hier geraadpleegd worden.: https://onderwijs.vlaanderen.be/sites/default/files/atoms/files/STEM-monitor-2020.pdf. Het is ook de laatste monitor die in het kader van dit actieplan uitgebracht werd. In 2021 zal het nieuwe STEM-actieplan 2020-2030 worden voorgelegd aan de Vlaamse Regering ter goedkeuring.

2020

Corona-maatregelen

In de pandemiescenario's worden er 4 pandemische niveaus of fasen onderscheiden:

Nul risico 

Groen 

Er is een vaccin beschikbaar en/of er is groepsimmuniteit. Alle contacten kunnen plaatsvinden. Handhygiëne (voor eten en na toiletbezoek) blijft noodzakelijk. 

Laag risico 

Geel 

Er is een beperkte transmissie van besmettingen, waardoor verhoogde waakzaamheid is aangewezen. Contacten tussen mogelijke verspreiders worden beperkt. Functioneel noodzakelijke contacten kunnen doorgaan, met inachtneming van de toepasselijke veiligheidsmaatregelen. 

Matig risico 

Oranje 

Er is een systematische transmissie van besmettingen in de samenleving. Er zijn alleenstaande of geïsoleerde clusteruitbraken. Contacten tussen mogelijke verspreiders worden tot het essentiële beperkt en vinden plaats binnen een context waar risicofactoren zoveel mogelijk onder controle zijn gebracht. 

Hoog risico 

Rood 

Er zijn wijdverspreide besmettingen in de samenleving en er zijn nieuwe uitbraken en clusters. Contacten tussen mogelijke verspreiders moeten maximaal vermeden worden. 

 

Basis- en secundair Uitgangspunt is het garanderen van het recht op leren van elk kind, elke leerling in het kleuter-, lager en secundair onderwijs. En dat recht wordt maximaal beantwoord door les in de klas, gegeven door de leerkracht. Een digitaal aanbod vormt een uitstekende aanvulling, maar echt afstandsonderwijs is louter een alternatief voor wanneer de veiligheidsvoorschriften dat vereisen.  

Wanneer er over het concept 'bubbel' wordt gesproken in de pandemiescenario's en draaiboeken, is de klas de contactbubbel. Waar vereist wordt de contactbubbels te verkleinen (alleen van toepassing op secundair onderwijs), dan worden de klasgroepen gehalveerd, waardoor de leerlingen ook minder dagen naar school komen.  

Aan elk pandemieniveau zijn er concrete veiligheidsmaatregelen gekoppeld. Voor elk pandemieniveau is er een veiligheidsdraaiboek uitgewerkt. De draaiboeken zijn een leeswijzer bij de pandemiescenario's en verduidelijkt verplichtingen, maar legt er geen extra op, en geeft bijkomende adviezen die een lokale risicoanalyse kunnen ondersteunen.  

Het onderwijsveld en de onderwijsministers van de verschillende gemeenschappen beslisten om het volledige onderwijs (gewoon en buitengewoon kleuter-, lager, voltijds en deeltijds secundair, hoger, volwassenen- en deeltijds kunstonderwijs) te laten starten in pandemiefase geel met grote waakzaamheid. Vanaf fase geel maakt elke onderwijsinstelling een lokale risicoanalyse op, op grond waarvan wordt vastgelegd onder welke voorwaarden ze geheel of gedeeltelijk open kan zijn.  

Enkel in gemeenten waar de pandemiesituatie acuut is, kan worden overgeschakeld naar fase oranje. Op aangeven van de data aangeleverd door Celeval/RAG, wordt de bestaande lokale crisiscel, aangevuld met representatieve vertegenwoordigers van het onderwijs, CLB en Agentschap Zorg en Gezondheid, samengeroepen. Zij delen het voorstel van beslissing mee aan de betrokken onderwijsminister. De onderwijsminister kan dit voorstel van beslissing goed- of afkeuren.  

In functie van de veiligheid voor onderwijspersoneel, leerlingen en ouders, kan overgegaan worden tot quarantaine. Voor klasgroepen die in quarantaine moeten gaan, wordt afstandsonderwijs voorzien. 

Gelet op de voortschrijdende wetenschappelijke inzichten en bevindingen inzake de rol van kinderen in de verspreiding van het virus en hun kwetsbaarheid, wordt het basisonderwijs in beginsel - op enkele uitzonderingen na - op gelijke voet behandeld. De belangrijkste leeftijdscesuur bevindt zich op de leeftijd van 12 jaar. Boven deze leeftijd neemt het risico op verspreiding en kwetsbaarheid toe, voor zowel leerlingen als leerkrachten, en gelden er ook andere veiligheidsvoorschriften. 

Met het oog op het beheersen van de impact van de pandemie, wordt volgend jaar onderzoek opgestart dat zal leiden tot didactische handvaten en ondersteuning voor scholen secundair onderwijs die er voor kiezen om een deel van de lessen via afstandsonderwijs aan te bieden. Een parallel onderzoek dat zich richt op de organisatie van afstandsleren voor laaggeletterde volwassenen en NT2-cursisten wordt eveneens opgestart.  

De coronacrisis veroorzaakt eveneens bijkomende noden op het vlak van leerlingenbegeleiding. Die worden vertaald in een actieplan, waarin acties rond vroegtijdig schoolverlaten, welvinden en gezondheid gebundeld worden. Het actieplan zal helpen de leerlingen en het onderwijs te versterken en ondersteunen.  

Deeltijds kunstonderwijs Voor het deeltijds kunstonderwijs (dko) geldt de leeftijd van de lerende om te beslissen of de regels van het leerplicht, dan wel het volwassenenonderwijs gevolgd worden. Als erkende vestigingsplaatsen van het dko zich op de campus van een basis- of secundaire school bevinden, maakt de preventieadviseur een risicoanalyse voor de organisatie van de wisselmomenten (o.a. vermijden van samenscholing, hygiënemaatregelen) zodat de leeractiviteiten van beide onderwijsniveaus, naargelang de fase, kunnen plaatsvinden. 

Volwassenenonderwijs (CBE en CVO) Voor cursisten van de basiseducatie (CBE) en het secundair volwassenenonderwijs (CVO) is onderwijs vaak een noodzaak vanuit economisch én maatschappelijk perspectief. Als erkende vestigingsplaatsen van het volwassenenonderwijs lokalen delen met andere onderwijsniveaus of andere diensten, maakt de preventieadviseur een risicoanalyse voor de organisatie van de gelijktijdige lesmomenten en de wisselmomenten (o.a. vermijden van samenscholing, hygiënemaatregelen) zodat de leeractiviteiten van beiden, naargelang de fase, kunnen plaatsvinden.  

Wat betreft de instellingen voor volwassenenonderwijs, wordt het effect van COVID-19 op de cvo, cbe en het dko gemonitord en de bestaande compensatieregeling voor de overgang van het oude naar het nieuwe financieringssysteem van het volwassenenonderwijs tegen de begrotingscontrole van 2021 bijgestuurd.  

In het kader van de relance wordt maximaal ingezet op overleg met het onderwijsveld om een grote communicatiecampagne op te zetten die het aanbod van het volwassenenonderwijs zo breed mogelijk bekend zal maken. Als gevolg van de crisis, is er namelijk een grotere behoefte aan opleidingen voor werklozen en zijn er meer mensen die zich willen herscholen. De Vlaamse onderwijsadministratie onderzoekt in samenwerking met de beleidsdomeinen Werk en Sociale Economie en Kanselarij en Buitenlandse Zaken de mogelijkheden voor de realisatie van een één-loketfunctie voor de toeleiding en begeleiding naar levenslang en levensbreed leren. Vooral voor kwetsbare doelgroepen is het belangrijk om een maatgerichte begeleiding en ondersteuning te voorzien bij het bepalen van hun leernood, het vormen van hun leervraag en het vastleggen en doorlopen van hun leertraject. 

Hoger onderwijs De Vlaamse universiteiten en hogescholen zullen net als de scholen van het leerplichtonderwijs werken met verschillende pandemieniveaus. Alleen in niveau groen verloopt de werking helemaal zoals in het pre-corona-tijdperk. In niveau geel, niveau oranje en niveau rood wordt het hoger onderwijs hybride: op de campus als het kan, online omdat het kan. Er wordt gestreefd naar een haalbaar evenwicht tussen afstandsonderwijs en fysieke onderwijsactiviteiten op de campus of in het werkveld. Er worden overal lokale risicoanalyses uitgevoerd. Alle instellingen respecteren in alle scenario’s de geldende veiligheidsvoorschriften rond handhygiëne, gezonde afstand, mondmaskerdracht, ontsmetting, ventilatie en dergelijke meer. Zij houden ook de vinger aan de pols van de voortschrijdende wetenschappelijke inzichten.  

De toelatingsexamens voor artsen en tandartsen zullen ook in 2021 digitaal plaatsvinden. Deze werden in 2020 voor het eerst digitaal en decentraal georganiseerd waarmee een drastische en versnelde omslag van dit grootschalige examen gerealiseerd werd. 

Partnerschap levenslang leren

De Vlaamse overheid wil een cultuur van levenslang leren stimuleren. Daarom richtten de beleidsdomeinen Werk, Onderwijs en Economie in het najaar van 2020 een Partnerschap Levenslang Leren op. Dat Partnerschap krijgt de opdracht om tegen juni 2021 een ambitieus actieplan levenslang leren aan de Vlaamse Regering voor te leggen. De voornaamste taak van het Partnerschap is het realiseren en opvolgen van de verschillende opdrachten en uitdagingen in het kader van een toekomstgericht beleid voor levenslang leren, en dat over de verschillende beleidsdomeinen heen.

Om de noodzakelijke randvoorwaarden voor levenslang leren te realiseren moeten op structureel niveau maatregelen genomen worden en de nodige stimulansen geboden worden, bijv. op het vlak van infrastructuur en materieel. Naast de focus op de individuele verantwoordelijkheid, zal een beleid levenslang leren ook aandacht moeten hebben voor kansengroepen. Het Partnerschap Levenslang Leren vormt dan ook de brug tussen de opleidingsverstrekkers, arbeidsmarktactoren, technologiepartners en innovatoren via het uitdragen van een gemeenschappelijke visie. Voor het uitvoeren van de opdrachten kan het Partnerschap Levenslang Leren een beroep doen op bestaande en nieuwe innovatieve partnerschappen.

ICT-beleidsplan

Het belang van de digitalisering van het onderwijs werd duidelijk door de coronapandemie. Het is de ambitie van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming om de digitale competenties van alle lerenden, van lagereschoolkind tot volwassene, te versterken. Vanuit een sterk Vlaams e-inclusiebeleid, wordt er ook bijzondere aandacht geschonken aan kwetsbare doelgroepen. De maatregelen en acties om afstandsonderwijs te faciliteren, worden gekaderd binnen het relanceplan en het streven naar digitale inclusie.  

Er wordt ingezet op 5 fronten voor een versneld digitaliseringsbeleid: (1) een digitaal vriendelijke overheid, (2) ICT-infrastructuur, (3) ICT-visie en schoolbeleid, (4) digitale leermiddelen en (5) ICT-vaardigheden. Een sterke ICT-infrastructuur en ontwikkeling van een ICT-visie en -beleid van scholen gelden als basisvoorwaarde om te komen tot een digitale versnelling en ontwikkeling van een ICT-visie en -beleid van scholen. Om de ICT-vaardigheden bij leraren en in schoolteams in het leerplicht- en volwassenenonderwijs verder te ontwikkelen, worden bestaande initiatieven versterkt en zullen   IT-bootcamps voor leerkrachten en ICT-coördinatoren georganiseerd worden. 

De digitale transformatie van het Vlaamse onderwijs is een complex proces. Om de vele diverse acties en projecten in het onderwijsveld vanuit eenzelfde kader te coördineren en te ondersteunen, wordt een kennis-en adviescentrum opgericht.