Definiëring van doelgroepen

In het hoger onderwijs wegen voor het bepalen van de hoogte van de werkingsmiddelen van universiteiten en hogescholen volgende doelgroepen extra door (factor 1,5 i.pl.v. 1):

• beursstudenten, zijnde een student die een studietoelage ontvangt van de Vlaamse Gemeenschap,
• studenten met functiebeperkingen, zijnde een student die bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap een recht heeft geopend op een tegemoetkoming;
• werkstudenten, zijnde een student die aan al de volgende voorwaarden beantwoordt :
  • hij is in het bezit van een bewijs van tewerkstelling in een dienstverband met een omvang van tenminste 80 uren per maand, of hij is in het bezit van een bewijs van uitkeringsgerechtigde werkzoekende en de opleiding kadert binnen het door een gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling voorgestelde traject naar werk;
  • hij is nog niet in het bezit van een tweede cyclusdiploma of masterdiploma;
  • hij is ingeschreven in een studietraject dat geregistreerd is in het Hoger Onderwijsregister.

Studenten met een functiebeperking kunnen in het hoger onderwijs extra begeleiding krijgen.

Voor de doelgroepomschrijving voor GON en ION zie 12.1.1.

Voor studenten uit kansarme of kwetsbare gezinnen, die een verhoogd risico op problematische schoolloopbanen hebben en die behoefte hebben aan rolmodellen kunnen aan student-tutoringsprojecten subsidies worden toegekend (BVR 19 sept. 2011).

Specifieke ondersteuningsmaatregelen

De Vlaamse Gemeenschap voorziet in het hoger onderwijs ook in een Aanmoedigingsfonds. (Zie ook 3.2-1 Bekostiging). Die middelen worden door de hogescholen en universiteiten aangewend om gelijke kansen en diversiteit te bevorderen en meer specifiek om maatregelen te nemen die de instroom, doorstroom en uitstroom bevorderen van studenten uit bevolkingsgroepen die ondervertegenwoordigd zijn in het hoger onderwijs. De Vlaamse Gemeenschap sluit hierover met elke instelling die aan dit Aanmoedigingsfonds wenst te participeren beheersovereenkomsten af voor meerdere jaren. Hierin wordt afgesproken welke maatregelen de instellingen zullen nemen voor welke doelgroepen.

Naast het Aanmoedigingsfonds werden tussen 2008 en 2011 jaarlijks diversiteitprojecten gesubsidieerd, specifiek gericht op de lerarenopleidingen (zowel hoger- als volwassenenonderwijs). Deze projecten richten zich net als het Aanmoedigingsfonds op het stimuleren van participatie aan het hoger onderwijs van studenten uit bevolkingsgroepen die ondervertegenwoordigd zijn in het hoger onderwijs.

Wat specifiek studenten met functiebeperkingen betreft gelden een aantal ondersteuningsmaatregelen voor het leerplichtonderwijs ook voor het hoger onderwijs. Zo is er GON-ondersteuning mogelijk in de hogescholen en kunnen hogescholen en universiteiten een beroep doen op de ondersteuning via de cel speciale onderwijsleermiddelen. De student participeert in het gewoon hogescholenonderwijs met de nodige aanpassingen en GON-begeleiding vanuit het buitengewoon secundair onderwijs.

Ook de studenten van de opleiding verpleegkunde van het hoger beroepsonderwijs hebben recht op 2 jaar GON-begeleiding.

Daarnaast heeft de Vlaamse Gemeenschap het Steunpunt voor Inclusief Hoger Onderwijs (SIHO) in het leven geroepen.Het wil instellingen in het hoger onderwijs ondersteunen bij het uitstippelen van een zorgbeleid ten aanzien van studenten met functiebeperkingen. Ook studenten met functiebeperkingen kunnen er terecht voor advies en hulp.

Studenten met een functiebeperking en studenten die geconfronteerd worden met financiële drempels zullen een extra financiële ondersteuning krijgen om in het buitenland te kunnen studeren.

Student-tutoringsprojecten beogen bij de studenten uit kansarme of kwetsbare gezinnen de studie- en sociale competenties te verhogen, hun studiemotivatie, zelfbeeld en toekomstperspectief te verbeteren en sociale segregatie tegen te gaan.