VWO, Volwassenenonderwijs
Een CBE, Centrum voor basiseducatie heeft recht op één directeur.
Een CVO, Centrum voor Volwassenenonderwijs kan de punten uit de puntenenveloppe aanwenden voor de aanstelling van personeelsleden in de ambten van adjunct-directeur secundair volwassenenonderwijs en adjunct-directeur hoger beroepsonderwijs. Het heeft ook recht op een directeur.
DKO, Deeltijds kunstonderwijs
Een instelling voor DKO, deeltijds kunstonderwijs in de beeldende kunst, of in de podiumkunsten heeft vanaf 200 leerlingen recht op een voltijds directeur. Een ‘kunstacademie’, d.i. een academie die zowel onderwijs in de beeldende kunst als in de podiumkunsten aanbiedt, heeft vanaf 400 leerlingen recht op een voltijds directeur. In instellingen met minder leerlingen werkt de directeur deeltijds.
Beroepsopleiding VDAB
Het instructiepersoneel wordt in de centra aangestuurd door service- en campusmanagers en inhoudelijk ondersteund door domeinexperten.
Ondernemersvorming SYNTRA Vlaanderen
De dagelijkse leiding van een SYNTRA-centrum wordt uitgeoefend door een directeur die tegelijkertijd afgevaardigd-bestuurder is. Hij wordt benoemd door de raad van bestuur van het centrum en door de raad van bestuur van SYNTRA-Vlaanderen erkend als directeur afgevaardigd bestuurder voor een periode van 6 jaar. Dit mandaat is vernieuwbaar. De evaluatie gebeurt door de raad van bestuur op basis van een advies van een extern adviesbureau. (BVR 14/12/2001).
Landbouwvorming
Een centrum moet een vestiging hebben in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad met een secretariaat waar alle gegevens, nodig voor de controle en de uitvoering van de naschoolse vormingsactiviteiten, ter beschikking zijn. Het moet alle waarborgen bieden voor een adequate organisatie en planning van de verschillende types vormingsactiviteiten, bepaald door de Vlaamse regering.
De algemene centra moeten beschikken over een centrale dienst met een voldoende technisch-economische beroepskwalificatie om startersopleidingen voor de verschillende landbouwsectoren te organiseren. De regelgeving bepaalt niet wat deze beroepskwalificatie inhoudt.
Sociaal-cultureel volwassenenwerk
Dit verschilt naargelang de soort organisatie.
In 2009 telde de sector 2.167 personeelsleden. Hiervan werden 1.930 personeelsleden of 89,06% ingezet voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk. 1.239 personeelsleden hadden een inhoudelijke opdracht en 637 personeelsleden hadden een ondersteunende opdracht. (Cijfers Boekstaven 2009)