Structuur van het secundair onderwijs
Het gewoon secundair onderwijs is ingedeeld in drie graden van telkens twee (of drie) jaar. Deze structuur wordt hieronder toegelicht.
Voor leerlingen met bijzondere zorgbehoeften is buitengewoon secundair onderwijs uitgebouwd. Dit aanbod wordt besproken onder 'educatieve ondersteuning en begeleiding' [zie 12.3], naast het zorgbeleid binnen het gewoon secundair onderwijs [zie 12.1 & 12.3].
Eerste graad
De eerste graad in het secundair onderwijs bestaat uit een algemene basisopleiding: de A-stroom. Ze wordt niet onderverdeeld in verschillende onderwijsvormen. Er is ook een aanbod voor leerlingen die instromen zonder getuigschrift basisonderwijs of die minder geschikt zijn voor theoretisch onderwijs: de B-stroom. Na dit jaar kunnen leerlingen instromen in het eerste leerjaar A-stroom of in het beroepsvoorbereidend tweede leerjaar.
De eerste graad wordt verder besproken in hoofdstukken 6.1 t.e.m. 6.3.
Tweede en derde graad
De tweede en derde graad bieden de keuze tussen 4 onderwijsvormen:
- algemeen secundair onderwijs (aso)
- kunstsecundair onderwijs (kso)
- technisch secundair onderwijs (tso)
- beroepssecundair onderwijs (bso)
aso/kso/tso zijn voornamelijk gericht op doorstroming naar het hoger onderwijs. Het bso is gericht op het uitvoeren van een beroep. Het is mogelijk om in de derde graad van het beroepsonderwijs aan de leerplicht te voldoen via het 'stelsel van leren en werken' met voltijds engagement maar slechts deeltijdse leerplicht [Zie 6.7].
Het is ook mogelijk om in de 3de graad nog een 3de jaar te volgen, het7de leerjaar:
- In het bso is een 7de jaar nodig om een diploma secundair onderwijs te behalen
- Het aso en kso biedt een voorbereidingsjaar op het hoger onderwijs
- In het tso en kso zijn er specialisatiejaren: de Se-n-Se-opleidingen (Secundair-na-Secundair).
De tweede en derde graad in het aso/tso/kso wordt verder besproken in hoofdstukken 6.4 t.e.m.6.6. Het bso komt aan bod in hoofdstukken 6.7 t.e.m. 6.9. Se-n-Se wordt uiteen gezet in hoofdstukken 6.10 t.e.m. 6.12.
Onthaalonderwijs
Het gewoon secundair onderwijs bevat een onthaaljaar voor anderstalige nieuwkomers. Dit jaar focust hoofdzakelijk op taalverwerving Nederlands om anderstaligen die in België toekomen voor te bereiden op doorstroming naar het regulier onderwijs. Dit onthaaljaar wordt niet in graden ingedeeld.
De structuur van het secundair onderwijs binnen een school en scholengemeenschap
Een school organiseert één of meer graden, het aanbod van enkel een tweede of derde graad of enkel een eerste en derde graad niet toegelaten zijn. Bedoeling is immers dat een leerling zoveel mogelijk een volledig secundair studietraject in een school kan doorlopen.
Scholen kunnen zich ook vrijwillig verenigen in een scholengemeenschap. Eén van de doelstellingen van een scholengemeenschap is het organiseren door de samenwerkende scholen van een gezamenlijk aanbod dat vallabel en gediversifieerd is in het belang van de keuzemogelijkheden van de leerlingen. Een scholengemeenschap moet daarom over een multisectorieel studieaanbod beschikken. Dit betekent dat minimaal 6 leerjaarniveaus aanwezig dienen te zijn (uitgezonderd de 3e leerjaren van 3e graad) alsook de onderwijsvormen aso, bso en tso.
Wettelijk kader
In de Codex Secundair Onderwijs worden de belangrijkste wetten en decreten voor het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs samengebracht in één overzichtelijk geheel.
Het stelsel leren en werken werd vastgelegd in een themadecreet over het systeem in kwestie.