Leerlingenbegeleiding
De minimale verwachtingen omtrent leerlingenbegeleiding zijn vastgelegd in het decreet betreffende de leerlingenbegeleiding in het basisonderwijs, het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding. Dit decreet werd bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 17 april 2018.
In het decreet worden de rollen en taken tussen alle actoren in het begeleidingslandschap uitgeklaard. De school is de eerste actor binnen de leerlingenbegeleiding. Elke school werkt aan een beleid op leerlingenbegeleiding met vier begeleidingsdomeinen:
- onderwijsloopbaan;
- leren & studeren;
- preventieve gezondheidszorg;
- psychisch-sociaal functioneren.
In het beleid op leerlingenbegeleiding werkt de school een brede basiszorg uit voor alle leerlingen en voorziet de school verhoogde zorg voor die leerlingen voor wie de basiszorg niet volstaat. Elke school voorziet in een aanspreekpunt leerlingenbegeleiding. Voor de uitwerking van haar opdrachten inzake leerlingenbegeleiding wordt de school ondersteund door schoolexterne instanties. Zo werkt de school samen met een Centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB). Daarnaast kan de school een beroep op de pedagogische begeleidingsdienst (PBD) of een andere externe professionaliseringsdienst.
In Vlaanderen zijn er 58 centra voor leerlingenbegeleiding. In elk centrum werkt een team van artsen, verpleegkundigen, psychologen, pedagogen en maatschappelijk werkers.
Het CLB voert haar opdracht uit via haar kernactiviteiten:
- Signaalfunctie: het centrum signaleert bij de school dat er zich problemen of onregelmatigheden voordoen in het beleid op leerlingenbegeleiding of binnen de schoolpopulatie. De school gaat hiermee aan de slag en stuurt haar beleid op leerlingenbegeleiding bij zodat hier ook preventief op kan worden ingezet.
- Consultatieve leerlingenbegeleiding: het centrum ondersteunt leerkrachten, zorgverantwoordelijken en directies bij de analyse en aanpak van problemen tot een specifieke leerling of een groep van leerlingen. Door middel van consultatieve leerlingenbegeleiding versterkt het CLB het schoolteam in de invulling en uitvoering van verhoogde zorg.
- Onthaal: het eerste contact met de leerling, ouders, de school en anderen en het beluisteren van het aanmeldingssignaal. Indien nodig biedt het centrum aansluiting met al dan niet zelf aangeboden vraagverheldering of andere vormen van hulp.
- Vraagverheldering: samen met de leerling, de ouders/school of een netwerkpartner de problemen inventariseren, systematisch in kaart brengen en ontrafelen. Hierbij worden oplossingsalternatieven verkend en afgetoetst aan een mogelijk aanbod.
- Handelingsgerichte diagnostiek: een cyclisch zoek- en beslissingsproces waarin informatie over het individu en zijn omgeving wordt verzameld, geïnterpreteerd en afgewogen met als doel de problemen, de onderwijsnoden of de hulpvragen te objectiveren, te analyseren en te verklaren.
- Handelingsgericht advies: met deze kernactiviteit geeft het centrum advies aan de leerling, de ouders of het schoolteam over keuzemogelijkheden en gedragsalternatieven en eventueel bepaalde hulp.
- Begeleiding: de leerling en ouders versterken in het omgaan met een problematische situatie door samen met hen te zoeken naar antwoorden en oplossingen voor de problematische situatie.
- Draaischijffunctie: bij individuele leerlingenbegeleiding staat het centrum in voor de toeleiding naar het passend schoolextern aanbod. Het centrum neemt hierbij de coördinatie op tussen de school, het schoolextern aanbod en het centrum zelf voor het verdere onderwijstraject van de leerling. Scholen hebben geen opdracht in het toeleiden van leerlingen naar schoolextern aanbod. Via de draaischijffunctie heeft het CLB de opdracht om op basis van een indicatiestelling in te staan voor de toeleiding waar nodig en enkel mits toestemming van de leerling en/of de ouders.
Het CLB werkt vraaggestuurd, leerlingen, ouders en leraren en directies kunnen gratis bij het CLB terecht met vragen over verschillende thema’s, zoals:
- Leren en studeren: problemen met lezen, schrijven, rekenen, leren,...
- De onderwijsloopbaan: vragen bij de studiekeuze, studierichtingen, attesten en diploma's,...
- Psychisch en sociaal functioneren: depressieve gevoelens, stress, faalangst, pestproblemen, grensoverschrijdend gedrag, een moeilijke thuissituatie,...
- Preventieve gezondheidszorg: gezondheidsproblemen, inentingen, groeistoornissen, druggebruik, overgewicht,...
De leerling of ouder kan altijd zelf rechtstreeks om begeleiding vragen. Als de school het nodig vindt om een leerling door te verwijzen naar het CLB, zal ze dit eerst bespreken met de leerling en zijn ouders. Leerlingen en/of ouders kunnen de begeleiding van een CLB niet weigeren in volgende gevallen:
- Bij problematische afwezigheden
- Deelname aan een systematisch contact
- Profylactische maatregelen
Counseling en welzijn
Pesten, geweld en andere vormen van grensoverschrijdend gedrag op school
Onderwijsinstellingen zijn zelf verantwoordelijk voor de uitbouw van een integraal preventie- en reactiebeleid rond de bescherming van integriteit. Hierin dient er aandacht te zijn voor kwaliteitsbevordering, sensibilisering, preventie en reactie. Hieronder valt de preventie en aanpak van alles vormen van grensoverschrijdend gedrag, waaronder ook (cyber)pesten. Elke vorm van geweld op kinderen en jongeren vormt immers een ernstige schending van hun rechten. Het streven naar welzijn en welbevinden is een zaak van de hele onderwijsinstelling samen en maar ook van elk personeelslid afzonderlijk.
Binnen het leerplichtonderwijs zitten de fundamenten voor een dergelijk integraal integriteitsbeleid enerzijds vervat in de eindtermen en anderzijds in het beleid op leerlingenbegeleiding.
Van belang is dat kinderen en jongeren weerbaar zijn, leren omgaan met gevoelens van verdriet, rouw etc., kritiek leren uiten en kritiek leren aanvaarden, respect hebben voor elkaar…. Hierbij volstaat het niet om enkel in sommige lessen aandacht te hebben voor deze dingen. De schoolomgeving dient zo ingericht te worden dat kinderen en jongeren aanvoelen dat hier aan gewerkt wordt. In het nieuwe referentiekader voor onderwijskwaliteit zet de onderwijsinspectie de minimale gemeenschappelijke verwachtingen voor kwaliteitsvol onderwijs uit. Hierin is er ook aandacht voor het beleid rond fysieke en mentale gezondheid.
Via leerlingenbegeleiding (zie 12.4.1) kunnen leerlingen bovendien rekenen op ondersteuning en begeleiding als bijdrage aan hun welbevinden, oa. ook op het vlak van psychisch en sociaal functioneren.
De Vlaamse Overheid ondersteunt de onderwijsinstellingen op verschillende manieren bij de uitbouw van hun integraal integriteitsbeleid:
- Publicaties, zoals;
- onderwijsspecifiek: het beleidsplan ter bevordering van het welzijn en welbevinden in onderwijsinstellingen: Dit plan vertrekt van een whole school benadering waarbij alle belanghebbenden worden betrokken.
- onderwijsspecifiek: de brochure ‘Werken aan een verbindend schoolklimaat? Hoe reageert jouw schoolteam doeltreffend op pesten?’ moedigt scholen aan om preventief te werken aan een warm en verbindend schoolklimaat waarin ieder kind zich goed/veilig voelt en kan ontplooien.
- Communicatie in
- Klasse, een communicatieplatform dat onderwijsprofessionals, ouders en leerlingen;
- Klascement, een databank met lesmateriaal.
- Specifieke acties in het kader van de preventie van pesten, cyberpesten, seksueel grensoverschrijdend gedrag, fysiek geweld...
Daarnaast zijn er tal van organisaties die lesmateriaal, tools en vorming aanbieden aan scholen om om te gaan met (cyber)pesten en andere vormen van geweld of grensoverschrijdend gedrag. Scholen zijn hierin vrij om te kiezen welke handvatten of methodieken zij gebruiken. Scholen kunnen ook een beroep doen op de pedagogisch begeleidingsdiensten van de onderwijskoepels en het GO! voor beleidsondersteuning of nascholing rond (cyber)pesten of andere vormen van geweld of grensoverschrijdend gedrag en hulp bij het implementeren of bijsturen van gebruikte methodieken. Bij het GO!, de onderwijskoepels en de CLB-netten werden contactpersonen integriteit aangeduid waar men terecht kan met ondersteuningsvragen rond pesten en andere vromen van grensoverschrijdend gedrag
Ongekwalificeerde Schooluitval
De Vlaamse krachtlijnen inzake aanpak van de spijbelproblematiek verhelderen de rol en de taken van iedere actor wanneer een leerling problematisch afwezig is. Deze krachtlijnen zijn door de parketcriminologen en netwerkcoördinatoren Samen tegen Schooluitval omgezet naar lokale actieplannen en afsprakenkaders.
De Netwerken Samen tegen Schooluitval voorzien in een gespreksleidraad en ondersteunende materialen om een begeleidingsgesprek te voeren met jongeren die binnen onderwijs dreigen uit te vallen. Dit gesprek kan gedaan worden door een leraar, leerlingenbegeleider, CLB-medewerker of medewerker van een Leerwinkel/De Stap. De netwerken Samen tegen Schooluitval brengen actoren binnen onderwijs, welzijn en werk samen, zodat de dienst- en hulpverlening beter op elkaar wordt afgestemd. Zo worden transities zorgzamer en vereenvoudigd voor de leerling.
Voor jongeren die ongekwalificeerd uit het leerplichtonderwijs stromen, bestaan meerdere leerwegen om alsnog een kwalificatie te behalen:
- Opnieuw inschrijven in het voltijds secundair onderwijs
- Examencommissie secundair onderwijs
- Secundair volwassenenonderwijs
- Onderwijskwalificerende opleidingstrajecten bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB)
De pedagogische begeleidingsdiensten bieden (na)vormingen aan rond deze thema’s en begeleiden de school ter plaatse om deze principes te implementeren.
Het Steunpunt SONO ondersteunde tussen 2016 en 2020 het werkveld met wetenschappelijke informatie rond deze thema’s.
NEET-jongeren (not in education, employment or training) zijn jongeren tussen 15 en 24 jaar die:
- Geen opleiding volgden in een referentieperiode van 4 weken;
- Geen regulier onderwijs volgen;
- Geen opleiding volgen buiten het regulier onderwijs;
- Niet aan het werk zijn (ook niet als jobstudent).
Die jongeren blijven onder de radar van instellingen die ondersteuning en hulp bieden bij onderwijs, welzijn en werk. Zij verschillen van jongeren in (jeugd)werkloosheid, die wél gekend zijn bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) en daardoor gepaste ondersteuning genieten.
De integratie van NEET-jongeren op de arbeidsmarkt is een belangrijk doel van Jongerengarantie van de EU en van het Vlaamse Jeugdwerkplan van de VDAB. NEET-jongeren vormen namelijk een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt.
Omdat NEET-jongeren onder de radar blijven, is hun aantal niet exact vast te stellen. Sinds 2018 is er een koppeling tussen de databank van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming met ingeschreven en uitgeschreven leerlingen en de databank van VDAB. Hierdoor kan de Vlaamse overheid in kaart brengen welke vroegtijdige schoolverlaters geen opleiding, vorming of onderwijs volgen én niet aan het werk zijn. VDAB heeft een aangepaste werking om NEET-jongeren te activeren.
Naadloze flexibele trajecten
De Vlaamse Overheid verleent subsidies aan organisaties die naadloze flexibele trajecten onderwijs – welzijn aanbieden. Deze trajecten kunnen preventief of curatief ingezet worden in functie van leerlingen in het secundair onderwijs bij wie schooluitval en/of ongekwalificeerde uitstroom dreigt omwille van pedagogische, juridische, sociale of persoonlijke redenen. Een naadloos flexibel traject kan doorlopen worden met één of meer leerlingen samen of met één of meer onderwijsinstellingen samen. De trajecten kunnen aangeboden worden binnen de onderwijsinstelling of op een andere locatie. Een traject dient qua duur, methodiek en invulling afgestemd te zijn op de behoeften en leeftijd van de individuele leerling, leerlingengroep of onderwijsinstelling.
Zorgboeren
Leerlingen uit het secundair onderwijs die dreigen af te haken op school omwille van verschillende redenen, kunnen bij wijze van dagbesteding terecht bij een zorgboer. Ze krijgen de kans om onder toezicht en begeleiding van een land- of tuinbouwer te werken met planten of dieren. Door zinvolle dagbesteding groeit het zelfvertrouwen en wordt de aansluiting met onderwijs weer mogelijk.
Veiligheidsbeleid
Een convenant betreffende Preventie en Bescherming in het Vlaams Onderwijs werd getekend door de overheid (Beleidsdomein Onderwijs en Vorming en Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO) en onderwijsverstrekkers
De doelstellingen van het convenant zijn:
- een volwaardige integratie van het welzijnsbeleid, enerzijds voor schoolbesturen in hun hoedanigheid als werkgever en anderzijds op het terrein in de door hen verstrekte opleidingen
- een solide samenwerking en wisselwerking tussen de vertegenwoordigers van het onderwijsveld en de FOD WASO om te komen tot een doorgedreven ondersteuning van de scholen en centra voor wat betreft de toepassing van de betrokken regelgeving
- een gestructureerd overleg tussen de betrokken partijen over de toepassing in het onderwijs van de regelgeving waarvoor de FOD WASO bevoegd is, met uitzondering van de regelgeving in ontwerp die het voorwerp uitmaakt van consultatie binnen de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk/Comité A, waartoe experten vanuit onderwijs zullen uitgenodigd worden.
De begeleidingscommissie voor Preventie en Bescherming in het Vlaams Onderwijs is het uitvoerend orgaan van dit convenant.
Keuzebegeleiding en aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt
Onderwijsloopbaanbegeleiding: instrumenten
Onderwijskiezer
Onderwijskiezer is een initiatief van alle Vlaamse CLB’s met ondersteuning door de Vlaamse overheid voornamelijk via de toekenning van een detachering. Onderwijskiezer.be biedt informatie over:
- alle studierichtingen en opleidingen in Vlaanderen,
- alle onderwijsniveaus, -vormen en -types, met beschrijvingen, toelatingsvoorwaarden, overschakelingsmogelijkheden, vervolgopleidingen,…
- scholen, hogescholen en universiteiten, internaten, Medisch-Pedagogische Instituten (MPI’s) en Centra voor leerlingenbegeleiding (CLB’s),
- 600 beroepen (met informatie over de mogelijke opleidingen, de vacatures, sector)
Daarnaast biedt Onderwijskiezer enkele tests om jongeren van alle leeftijden te helpen in hun zoektocht naar een doordachte studiekeuze die het beste aansluit bij hun interesses, competenties en motivatie. De tests meten de belangstelling, studiehouding en studiemethode. Verder publiceert de website actuele cijfers over het studierendement in het hoger onderwijs en het behalen van een bachelordiploma.
In 2016 werd een eerste versie van Columbus toegevoegd aan onderwijskiezer. Columbus is een Vlaanderenbreed exploratie-instrument voor leerlingen van de 3de graad secundair onderwijs, momenteel met focus op leerlingen die overwegen de stap te zetten naar het hoger onderwijs.
De website is bedoeld voor iedereen die op zoek is naar objectieve, onafhankelijke en kwaliteitsvolle informatie over het gehele onderwijslandschap in Vlaanderen en Brussel.
Onderwijsdatabanken
Naast Onderwijskiezer biedt ook de website van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming een actueel overzicht van het onderwijsaanbod in Vlaanderen.
SID-in's
Elk jaar organiseert het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming netoverschrijdende provinciale studie-informatiedagen (SID-in) om de laatstejaars secundair onderwijs kennis te laten maken met de studiemogelijkheden na het secundair onderwijs via een zo volledig mogelijk aanbod hoger onderwijs en vervolgopleidingen alsook een beperkte aanwezigheid van beroepssectoren.
Het Beroepenhuis Gent
Het Beroepenhuis laat jongeren van 11 tot 14 jaar kennismaken met vooral technische en praktische uitvoerende beroepen. Naast een website is er in Gent een interactieve tentoonstelling voor leerlingen uit de derde graad van het basisonderwijs en de eerste graad van het secundair onderwijs. Op basis van een kaderovereenkomst wordt het jaarlijks gesubsidieerd.
Portfolio
Mijn Loopbaan is een online platform van VDAB waarop elke burger zijn werksituatie kan beheren. Mijn Loopbaan biedt ook voor leerlingen tal van voordelen: ze kunnen zich alvast inschrijven als werkzoekende, ze ontvangen vacatures op maat, ze kunnen hun cv publiceren,... Onderwijsprofessionals worden via vorming ondersteund om hun leerlingen Mijn Loopbaan als dynamisch werkinstrument te leren gebruiken en op deze manier hun loopbaan vorm te geven.
Dienstverlening
GTB biedt leerlingen/studenten vanaf het laatste half jaar van de schoolloopbaan ondersteuning bij de overstap van school naar de arbeidsmarkt via transitietrajecten. In het kader van een Europees samenwerkingsproject ontwikkelde GTB de e-tool Start To Can. Deze tool wil jongeren in kwetsbare situaties aanmoedigen en hen helpen hun dromen om te zetten in zinvolle acties naar werk, hun beroepsvaardigheden te ontwikkelen om zo de overgang naar de arbeidsmarkt vlotter te maken.
Het Sterpunt Inclusief Ondernemen wil samen met haar leden - de Werkplekarchitecten - werkzoekenden en werknemers activeren tot duurzame tewerkstelling, in het bijzonder zij die nood hebben aan bijkomende ondersteuning.
Het Vlaamse Euroguidance centrum voor studie- en loopbaanbegeleiding promoot mobiliteit en de Europese dimensie in studie- en loopbaanbegeleiding door kwaliteitsvolle informatie en goede praktijken te delen.
Transbaso was een interuniversitair SBO-onderzoeksproject (2014-2018). Doel van het onderzoeksproject was processen van school- en studiekeuze bij de overgang van basis- naar secundair onderwijs onderzoeken in de steden Antwerpen en Gent. Daarnaast werden er tools voor de praktijk ontwikkeld waarvan de effectiviteit werd vastgesteld.
Stages, praktijklessen op verplaatsing en observatieactiviteiten
Er wordt een onderscheid (omzendbrieven SO/2015/01 en SO/2016/01) gemaakt tussen vier werkvormen:
- Observatieactiviteiten: leerlingen, al dan niet in groep, volgen het bedrijfsgebeuren zonder effectief aan de bedrijfsactiviteiten deel te nemen;
- Praktijklessen in een andere opleidingsinstelling: bij deze werkvorm maken scholen gebruik van de lokalen en eventueel de instructeurs van een andere opleidingsinstelling om praktijklessen te geven. Een gekende vorm is bv. de 10 dagenmaatregel bij VDAB, waardoor leerlingen 10 dagen beroep kunnen doen op infrastructuur van VDAB.
- Leerlingenstages: leerlingen (al dan niet in groep en al dan niet onder begeleiding van de leraar) verrichten, in het kader van een leerprogramma georganiseerd door een onderwijsinstelling, daadwerkelijk arbeid bij een werkgever, in gelijkaardige omstandigheden als de werknemers in dienst van de werkgever en dit met het oog op het opdoen van beroepservaring.
- Specifiek in opleidingsvorm 1 bestaat ook de mogelijkheid tot sociaal-maatschappelijke trainingen.
Sectorconvenants
Sectorconvenants zijn protocols van samenwerking tussen de sectoren (sectorale sociale partners) en de Vlaamse Regering over actuele thema’s, met drie decretale kapstokken:
- aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt,
- competentieontwikkeling en competentiebeleid,
- diversiteit en evenredige arbeidsdeelname.
Sectorconvenants worden jaarlijks opgevolgd en geëvalueerd door de Vlaamse overheid. Na afloop van een werkjaar en bij afloop van het convenant moet de sector een voortgangs- of eindevaluatiesrapport aan de Vlaamse overheid bezorgen.
Stimuleren van ondernemerschap
Dankzij ondersteuning van de Vlaamse overheid organiseert Vlajo een professionaliseringstraject voor leraren rond de eindtermen voor ondernemingszin. Dat moet leraren ondersteunen om aan leerlingen de nodige competenties voor ondernemerschap bij te brengen, net als een ondernemende attitude. Leraren kunnen ook een vervangende klasactiviteit rond ondernemingszin en/of ondernemerschap aanvragen voor hun leerlingen terwijl ze zelf op praktijkstage gaan buiten de klasmuren. De klasactiviteiten worden gegeven door een externe docent-ondernemer en hebben tot doel om de ondernemende competenties van de leerlingen te verhogen.
Het stelsel van leren en werken en duaal leren
Sinds 2008 bestaat het stelsel van leren en werken, waarin een leerling een aanzienlijk deel van de opleiding kan volgen op een reële werkplek (voor meer info zie organisatie van het stelsel van leren en werken (6.4). Vanaf 2019 werd duaal leren geïntroduceerd om een opwaardering te realiseren van het stelsel van leren en werken.
Samenwerkingsverbanden onderwijs - arbeidsmarkt
Regionale Technologische Centra (RTC)
Regionale Technologische Centra (RTC’s) zijn netoverschrijdende samenwerkingsverbanden tussen het onderwijs en het bedrijfsleven opgericht in 2000, die op provinciaal niveau acties ondernemen op het domein aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt.
RTC’s dienen concrete initiatieven te nemen inzake:
- de onderlinge afstemming tussen onderwijsinstellingen en bedrijven inzake de vraag naar en het aanbod van infrastructuur, apparatuur en uitrusting voor technisch en beroepsonderwijs, die een pedagogisch-didactische rol kunnen vervullen , inzonderheid door de ontwikkeling of ondersteuning van (een) infrastructurele inbedding(en);
- de onderling afstemming tussen onderwijsinstellingen en bedrijven inzake de vraag naar en het aanbod van werkplekleren;
- aanvullend op nascholing in scholen het faciliteren of coördineren van nascholing op het vlak van nieuwe technologieën;
- de creatie van een platform voor uitwisseling van kennis en ervaring tussen onderwijsinstellingen en bedrijven.
Elk RTC sluit een beheersovereenkomst van maximaal vijf schooljaren met de Vlaamse Regering (momenteel loopt deze van september 2020 tot en met augustus 2022), met inbegrip van een strategisch plan en een jaaractieplan. Dit geeft recht op een jaarlijkse werkingsenveloppe. RTC-projecten gericht op competentieverwerving van leerlingen en leraren moeten cofinanciering genereren bv. vanwege het bedrijfsleven.
De huidige beheersovereenkomsten stellen volgende uitgangspunten voorop:
- meer gelijkgerichtheid van de RTC-werking in de vijf RTC’s,
- werking voor de omlijnde doelgroep 3de graad secundair onderwijs met het oog op het realiseren van de beroepskwalificaties,
- mogelijke uitbreiding van werking naar leraren 2de graad secundair onderwijs,
- aandacht voor mobiele projecten die binnen de schoolmuren inzetbaar zijn rekening houdend met coronamaatregelen.