Skip to main content
European Commission logo
EACEA National Policies Platform:Eurydice
België-Vlaamse-gemeenschap:Voornaamste Aanbieders

Belgium - Flemish Community

8.België-Vlaamse-gemeenschap:Volwasseneneducatie

8.3België-Vlaamse-gemeenschap:Voornaamste Aanbieders

Last update: 20 January 2022

Verschillende actoren voorzien in een aanbod voor levenslang en levensbreed leren in Vlaanderen. Zo onderscheiden wij: 

  • de strikt publieke aanbieders: de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) en het SYNTRA netwerk. 
  • de volwassenenvorming in publieke onderwijsinstellingen: deeltijds kunstonderwijs (DKO), basiseducatie, en Landbouwvorming; 
  • de non-profit organisaties: beroeps- en werkgeversorganisaties, sectorale opleidingsfondsen en derdeorganisaties zoals de Centra voor Beroepsopleiding en sociaal-culturele vormingsinstellingen; 
  • de private opleidingsverstrekkers.

De voornaamste publiek gefinancierde aanbieders van volwassenenonderwijs worden hieronder verder beschreven.

Volwassenenonderwijs

Het volwassenenonderwijs in Vlaanderen wordt georganiseerd door de Centra voor Basiseducatie en de Centra voor Volwassenenonderwijs. 

  • De basiseducatie, gericht op het verhogen van het algemene geletterdheidsniveau, wordt enkel georganiseerd door de 13 Centra voor Basiseducatie.  
  • Het secundair volwassenenonderwijs wordt georganiseerd door de Centra voor Volwassenenonderwijs.  

De Centra voor Basiseducatie zijn pluralistische centra, opgericht onder de vorm van een vzw. De algemene vergadering dient voor ten minste ¼ te bestaan uit vertegenwoordigers van gemeenten, provincies, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, OCMW’s of districten. Elk van de vijf Vlaamse provincies beschikt over twee of drie CBE’s. Een 13de centrum werd opgericht te Brussel hoofdstad. Hier dient ten minste één vertegenwoordiger van de Vlaamse Gemeenschap deel uit te maken van de algemene vergadering. 

De Centra voor Volwassenenonderwijs zijn opgericht als vrij centrum of als officieel centrum. Verspreid over Vlaanderen zijn 34 CVO’s terug te vinden. 

De CBE’s en CVO’s zijn bevoegd om opleidingen waarvoor ze de onderwijsbevoegdheid hebben in te richten, geldige studiebewijzen uit te reiken, alsook voor de organisatie van de individuele trajectbegeleiding van de cursisten en voor de open leercentra. De centra worden ondersteund door de koepelgebonden pedagogische begeleidingsdiensten. 

De belangen van de CBE’s worden behartigd door de koepelorganisatie  Ligo Centra voor Basiseducatie . De belangen van de CVO’s worden behartigd door de Raad GO! voor het Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en door de representatieve verenigingen van inrichtende machten voor de andere netten. Eén CVO is niet aangesloten bij een representatieve vereniging van inrichtende machten. 

De modulaire opleidingen in de CBE’s sluiten inhoudelijk aan op de opleidingen in de CVO’s zodat een vlotte overstap mogelijk is. 

De CBE’s en CVO’s werken niet alleen onderling samen maar ook met andere diensten zoals VDAB, OCMW, gemeentebesturen, …. In het geval van de basiseducatie betreft de samenwerking met de VDAB opleidingen basisvaardigheden op de werkvloer of remediëring van rekenen tijdens beroepsopleidingen. 

Ook met de agentschappen voor integratie en inburgering en de vzw Huis van het Nederlands Brussel bestaat een nauwe samenwerking. Deze instanties, met anderstalige volwassenen als doelgroep, staan in voor de organisatie en coördinatie van de intake, testing en doorverwijzing van kandidaat-cursisten en cursisten ‘Nederlands als tweede taal’ (NT2). Hiervoor brengen zij het aanbod NT2 in hun werkingsgebied in kaart en onderzoeken ze de noden van anderstaligen op zoek naar een opleiding NT2.

VDAB

Werkzoekenden kunnen een beroepsopleiding volgen die georganiseerd wordt door de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling) of door een opleidingspartner (deels) gefinancierd door VDAB. De VDAB is de publieke tewerkstellingsdienst van Vlaanderen. Deze werd opgericht in 1989 met als doel de arbeidsmarkt in Vlaanderen zo transparant en dynamisch mogelijk te maken. Om die opdracht uit te voeren biedt de VDAB naast training en opleiding ook arbeidsbemiddeling en loopbaanbegeleiding aan.

Als extern verzelfstandigd agentschap wordt de VDAB niet rechtstreeks aangestuurd door de minister van werk maar geleid door een raad van bestuur. Als onderdeel van de Vlaamse overheid moet de VDAB wel verantwoording afleggen aan de Vlaamse regering. De VDAB wordt immers gefinancierd door de overheid en het zijn de ministers die de beleidsprioriteiten vastleggen.

De doelstellingen van VDAB voor de periode 2015 – 2019 en de bijhorende acties voor het jaar 2015 zijn afgestemd op de Europese werkgelegenheidsstrategie, het Vlaams regeerakkoord 2014-2019 en de Beleidsnota Werk, Economie, Wetenschap en Innovatie 2014-2019.

In een jaarlijks ondernemingsplan geeft VDAB, vertrekkend van de beleidsmatige prioriteiten bepaald in de jaarlijkse beleidsbrief Werk, aan welke projecten zullen worden uitgewerkt en waar de dienstverlening gecontinueerd, verfijnd en/of bijgestuurd wordt. Het VDAB ondernemingsplan 2015 omvat volgende strategische doelstellingen:

Activeren

SD 1: Iedereen aan het werk: We activeren elk talent met het accent op maatwerk.

Investeren

SD 2: We investeren in wendbare leerlingen/jongeren d.m.v. een performant kader leren en werken.

SD 3: We investeren in wendbare werknemers in sterke loopbanen.

SD 4: We investeren in ondernemerschap en wendbare ondernemingen en organisaties.

SD 5: We investeren in de randvoorwaarden voor een innovatiegedreven arbeidsmarktbeleid.

SD 6 We investeren in de Europese, internationale en interregionale netwerken in het kader van de realisatie van het eigen beleid.

Vele VDAB-opleidingen vinden plaats in eigen provinciaal georganiseerde competentiecentra. Het agentschap beschikt momenteel over 93 kantoren en 55 opleidingscentra. De VDAB-opleidingen worden ook georganiseerd op andere plaatsen zoals op de werkvloer van een bedrijf (IBO, werkplekleren), bij een partner (onderwijs, Syntra of een andere opleidingsverstrekker) of via mobiele secties die alternerend en in partnerschap (bv. met openbare besturen) op verschillende locaties doorgaan. De VDAB beschikt ook over een virtuele campus webleren.

VDAB en SYNTRA Vlaanderen (zie hieronder) hebben een raamovereenkomst gesloten zodat VDAB-competentiecentra en SYNTRA-campussen elkaars leerateliers of praktijkruimtes met specifieke (technische) uitrusting, leslokalen met uitrusting (stoelen, tafels, whiteboard, dataprojector) en pc-lokalen samen kunnen gebruiken. De VDAB heeft de leslokalen voornamelijk overdag nodig terwijl de SYNTRA-opleidingen meestal ’s avonds plaatsvinden. De competentiecentra zijn ook toegankelijk voor scholen met hun leerlingen à rato van maximum 10 dagen per leerling en binnen een afgesproken planning.

SYNTRA Vlaanderen

Sinds 2004 wordt ondernemersvorming in Vlaanderen gecoördineerd door het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - SYNTRA Vlaanderen.

Het agentschap wordt aangestuurd door een raad van bestuur, bijgestaan door een praktijkcommissie. In beide organen zijn vertegenwoordigers opgenomen van de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties. In de raad van bestuur zetelen ook afgevaardigden van de Vlaamse regering.

SYNTRA Vlaanderen valt onder de bevoegdheid van de Vlaamse minister van werk. De opdracht van het agentschap werd geformaliseerd in een beheersovereenkomst tussen SYNTRA Vlaanderen en de Vlaamse regering, die de strategische en operationele doelstellingen van het agentschap vastlegt.

De beheersovereenkomst 2011-2015 omvat de volgende zes strategische doelstellingen voor SYNTRA Vlaanderen: 

  1. SYNTRA Vlaanderen als performant instrument van de Vlaamse overheid voor het inspireren, het op vraag ondersteunen en het uitvoeren van het beleid inzake ondernemerscompetenties en ondernemersvorming. 
  2. SYNTRA Vlaanderen en de SYNTRA centra versterken hun rol als draaischijf ondernemersvorming in functie van een arbeidsmarktgerichte versterking van ondernemerscompetenties. 
  3. SYNTRA Vlaanderen neemt ten volle de rol en verantwoordelijkheid als stimulerende, sturende en toezichthoudende overheid op ten aanzien van de strategische partners waarmee het samenwerkt. 
  4. SYNTRA Vlaanderen en de SYNTRA centra realiseren op een kwalitatieve manier via een toekomst- en (arbeids)marktgericht leertijdaanbod een verhoogde instroom en een verhoogde gekwalificeerde uitstroom. 
  5. SYNTRA Vlaanderen verhoogt verder de maturiteit van zijn eigen organisatie aan de hand van een verbetertraject. 
  6. SYNTRA Vlaanderen definieert een verbetertraject om meetbare efficiëntiewinsten te realiseren.

Vanaf 2015 wordt er niet meer met een beheersovereenkomst gewerkt maar wel met een jaarlijks ondernemingsplan (OP) met strategische doelstellingen en operationele doelstellingen waarbinnen de acties worden vastgelegd.

Het SYNTRA-netwerk bestaat uit vijf erkende centra voor de vorming van zelfstandigen en kmo’s: de autonome vzw's SYNTRA West, SYNTRA Midden-Vlaanderen, SYNTRA Limburg, SYNTRA Brussel, en SYNTRA Antwerpen en Vlaams-Brabant. In totaal zijn er 24 SYNTRA-campussen verspreid over Vlaanderen en Brussel.

Om de vinger aan de pols te houden werkt het Agentschap voor Ondernemen met een systeem van sector- en beroepscommissies. Hierin zetelen sectoraal pedagogisch adviseurs van SYNTRA Vlaanderen, experten en vertegenwoordigers van de beroepsfederaties en de sectorfondsen. Elke sectorcommissie heeft als opdracht nieuwe evoluties binnen de sector op te volgen en desgewenst nieuwe opleidingstrajecten uit te werken of bestaande opleidingstrajecten te actualiseren. Zo vormen deze commissies een platform voor overleg en afstemming tussen de beroeps- en opleidingswereld.

Deeltijds kunstonderwijs

Het deeltijds kunstonderwijs (DKO) biedt opleidingen aan voor jongeren en volwassenen op het gebied van beeldende kunst, muziek, woordkunst en dans. Het DKO wil kunst leren ontdekken, begrijpen en zelf beoefenen. Het biedt ook een gedegen voorbereiding op het hoger kunstonderwijs.

De vier studierichtingen van het deeltijds kunstonderwijs worden aangeboden in twee afzonderlijke soorten scholen (zij het geregeld in hetzelfde gebouw gehuisvest): 

  • academies voor Beeldende kunst 
  • academies voor Muziek, Woordkunst en Dans

Vanaf het schooljaar 2009-2010 kunnen ook kunstacademies worden opgericht, tenzij als nieuwe instelling, tenzij door een fusie van bestaande instellingen of door het overhevelen of samensmelten van bestaande filialen. Kunstacademies zijn instellingen die de studierichtingen beeldende kunst en muziek en één of meer andere studierichtingen organiseren.

Het deeltijds kunstonderwijs is sterk verspreid in Vlaanderen. De meeste grote en middelgrote steden hebben op hun grondgebied beide soorten academies. De meeste kleinere gemeenten beschikken over filialen, waar heel wat leerlingen dichter bij huis de lagere graad kunnen volgen.

Sociaal-cultureel volwassenenwerk

Het sociaal-cultureel volwassenenwerk biedt niet-formele educatie met een klemtoon op het informele en niet-formele leren. Het omvat activiteiten en organisaties die een bijdrage leveren aan de vorming van competente en geëmancipeerde personen en die zo de gemeenschapsvorming bevorderen. Personen nemen vrijwillig deel aan sociaal-cultureel volwassenenwerk, los van enig schoolverband en los van elke vorm van beroepsopleiding.

Het sociaal-cultureel volwassenenwerk kent verschillende werkvormen: verenigingen, bewegingen en vormingsinstellingen (volkshogescholen/vormingplus-centra en landelijke vormingsinstellingen).

Een vereniging bestaat uit een netwerk van afdelingen of groepen, dat gericht is op de zingeving en emancipatie van leden en deelnemers met het oog op persoonlijke en maatschappelijke ontplooiing. Een vereniging heeft een gemeenschapsvormende functie, een culturele functie, een maatschappelijke activeringsfunctie en een educatieve functie. Een vereniging telt minstens 50 werkende lokale afdelingen of thematische of bovenlokale groepen, gespreid over minstens drie provincies.

Een beweging is een organisatie met landelijk karakter die gespecialiseerd is in een thema of een cluster van nauw verwante thema's. Een beweging heeft een educatieve en een maatschappelijke activeringsfunctie. Ze organiseert activiteiten op het vlak van sensibilisatie, educatie en sociale actie met het oog op maatschappelijke verandering en richt zich daartoe op een ruim publiek.

Een volkshogeschool of vormingplus-centra is een pluralistische organisatie die tot doel heeft het organiseren, structureren en coördineren van het niet-formele educatieve aanbod in een afgebakende regio. Een volkshogeschool heeft naast een culturele en gemeenschapsvormende functie in hoofdzaak een educatieve functie. De 13 volkshogescholen in Vlaanderen zorgen voor een behoeftedekkend aanbod van niet-formele educatie door samenwerkingen met andere niet-formele educatieve spelers op te zetten.

De landelijke vormingsinstellingen omvatten syndicale vormingsinstellingen, gespecialiseerde vormingsinstellingen en vormingsinstellingen en –diensten voor personen met een handicap. Deze instellingen ontplooien in minstens vier provincies activiteiten of bereiken deelnemers uit minstens vier provincies.

Het sociaal-cultureel werk in Vlaanderen wordt ondersteund door twee organisaties: 

De minister van cultuur is bevoegd voor het sociaal-cultureel volwassenenwerk in Vlaanderen. Het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media staat in voor de voorbereiding, opvolging en evaluatie van het beleid. Het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen staat in voor de beleidsuitvoering.

Landbouwvorming

In 48 erkende opleidingscentra in Vlaanderen wordt er landbouwvorming georganiseerd. Deze centra worden gesubsidieerd door het Vlaamse Gewest. Het netwerk bestaat uit: 

  • 4 algemene centra voor landbouwvorming, 
  • 32 gewestelijke centra voor landbouwvorming 
  • 12 centra voor hobbylandbouwvorming.

De landbouwvorming valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van landbouw. Het Departement Landbouw en Visserij staat in voor de erkenning van de organisatoren (de erkende centra), de registratie van de lesgevers, de subsidiëring van de vormingsactiviteiten, de inspecties ter plaatse, de visering van de getuigschriften en de betaling van de vergoeding voor sociale promotie van de deelnemers.