Inleiding
Zowel de onderwijsinspectie, de levensbeschouwelijke inspectie als de pedagogische begeleidingsdiensten hebben tot taak om de kwaliteit van het onderwijs te verzekeren, ieder vanuit hun specifieke invalshoek.
Inspectie
Het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 wijzigde de rechtspositie van de onderwijsinspectie ingrijpend. De onderwijsinspectie is bevoegd voor zowel het basis- als secundair onderwijs. Met de goedkeuring van het decreet van 14 maart 2018 betreffende onderwijsinspectie 2.0 wordt een nieuwe doorlichtingsaanpak ingevoerd en wil de onderwijsinspectie de kwaliteitsdriehoek school - onderwijsinspectie - pedagogische begeleiding erkennen. Elke partner speelt daarbij zijn eigen rol om de onderwijskwaliteit dag na dag en voor iedere leerling of cursist te realiseren. Door de kwaliteitsontwikkeling van de scholen expliciet te onderzoeken, wil de onderwijsinspectie elke school stimuleren als eerste verantwoordelijke voor haar onderwijskwaliteit.
De ambten die de leden van de inspectie kunnen uitoefenen zijn:
- inspecteur
- coördinerend inspecteur
- inspecteur-generaal.
De inspectiedienst bekleedt een onafhankelijke plaats binnen het onderwijslandschap.
Inspectie levensbeschouwelijke vakken
Per erkende levensbeschouwing is er een aparte inspectiedienst actief. Zij vallen onder het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken.
Deze inspecteurs-adviseurs levensbeschouwelijke vakken worden aangesteld door hun respectieve erkende instanties op voorwaarde dat zij ook het mandaat via de ‘voordracht’ van deze instantie genieten.
De ambten die ingericht kunnen worden zijn :
- inspecteur-adviseur;
- inspecteur-adviseur voor het lager onderwijs;
- inspecteur-adviseur coördinator voor het lager onderwijs;
- inspecteur-adviseur coördinator;
- inspecteur-adviseur voor het secundair en het pedagogisch hoger onderwijs en de lerarenopleidingen georganiseerd door de hogescholen;
- inspecteur-adviseur voor het lager, het secundair en het pedagogisch hoger onderwijs en de lerarenopleidingen georganiseerd door de hogescholen.
De inspecteur-generaal van de onderwijsinspectie (10.2.0.1) verzekert ook de administratieve aansturing van de leden van de levensbeschouwelijke inspectie.
Pedagogische begeleiding
In de pedagogische begeleidingsdiensten (zie 11.1.1.4 voor hun opdracht en werking) bestaan de (bevorderings)ambten van pedagogisch adviseur en adviseur-coördinator (het hoofd van een pedagogische begeleidingsdienst). Deze ambten kunnen halftijds of voltijds worden uitgeoefend.
Binnen het korps van de pedagogische begeleiding kunnen ook competentiebegeleiders aangesteld worden. Zij richten zich specifiek op de ondersteuning in het kader van inclusie van kinderen met specifieke onderwijsbehoeften.
Aanstellingsvoorwaarden
Inspecteur
Om tot de onderwijsinspectie te worden toegelaten dient men te behoren tot één van de volgende categorieën personeelsleden:
- de personeelsleden die vallen onder de decreten van 27 maart 1991 (die het statuut regelen).
- het zelfstandig en het assisterend academisch personeel van de universiteiten;
- het onderwijzend personeel van de hogescholen;
- de leraars basiseducatie, de stafmedewerkers en de directeurs in een centrum voor basiseducatie en de educatieve personeelsleden tewerkgesteld in het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs.
Die personeelsleden dienen ten minste 8 jaar dienstanciënniteit te hebben.
Daarnaast kan iemand zich ook kandidaat stellen als hij ten minste acht jaar relevante ervaring heeft in of met het onderwijs of de basiseducatie, aangevuld met ervaring in kwaliteitszorg en evaluatie in educatieve sectoren.
De algemene toelatingsvoorwaarden tot kandidaatstelling voor een ambt bij de inspectie zijn:
- onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Vrijhandelsassociatie (behoudens een vrijstelling door de Vlaamse Regering);
- van onberispelijk gedrag zijn;
- de burgerlijke en politieke rechten genieten (behoudens een vrijstelling door de Vlaamse Regering);
- voldoen aan de dienstplichtwetten;
- voldoen aan de taalvereisten (niveau C1 van het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen).
De kandidaat dient een selectieprocedure te doorlopen.
Coördinerend inspecteur en inspecteur-generaal
Volgende voorwaarden zijn van tel:
vast benoemd inspecteur zijn (voor coördinerend inspecteur), inspecteur of coördinerend inspecteur (voor inspecteur-generaal); in afwijking hiervan kan het ambt ook bij mandaat worden toegewezen aan een kandidaat extern aan de inspectie, die voldoet aan de volgende voorwaarden:
- gedurende ten minste 5 jaar (voor coördinerend inspecteur) of 10 jaar (voor inspecteur-generaal) een leidinggevende functie hebben uitgeoefend;
- ten minste 8 jaar (voor coördinerend inspecteur) of 15 jaar (voor inspecteur-generaal) relevante ervaring hebben in of met het onderwijs;
- voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden voor inspecteur;
- ten minste 3 jaar dienstanciënniteit in het ambt van inspecteur;
- geen definitieve eindevaluatie met eindconclusie onvoldoende in het ambt van inspecteur gekregen hebben;
- zich kandidaat hebben gesteld zoals bepaald in de vacature.
De selectieprocedure voor de coördinerend inspecteur is analoog aan deze voor inspecteur.
Voor de selectie van de inspecteur-generaal wordt dezelfde selectieprocedure gebruikt als voor andere topambtenaren van de Vlaamse overheid.
Inspecteur levensbeschouwelijke vakken
De specifieke toelatingsvoorwaarde tot een ambt binnen inspectie levensbeschouwelijke vakken is dat de kandidaat naast het voldoen aan de algemene toelatingsvoorwaarden binnen het Vlaamse onderwijs (zie 9.2) ook moet beschikken over een voordracht door de erkende instantie of vereniging.
Voor meer informatie zie: BVR 15/12/1993 tot uitvoering van het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken
Pedagogisch adviseur en pedagogisch adviseur-coördinator
De toelatingsvoorwaarden tot een ambt binnen de pedagogische begeleidingsdienst van het gesubsidieerd onderwijs verschillen licht van deze van het GO!. Algemeen kunnen we echter stellen dat de kandidaat minstens 8 jaar dienstanciënniteit dient te hebben om in aanmerking te komen voor een tijdelijke aanstelling of vaste benoeming.
Een begeleidingsopdracht kan ook worden toegekend aan onderwijzend personeel d.m.v. verlof wegens bijzondere opdracht.
De personeelsleden worden aangesteld door de inrichtende machten en ressorteren onder de noemer 'niet-onderwijzend personeel'.
Voor meer informatie zie: BVR 05/02/2010 rechtspositie personeel inspectie en pedagogische begeleidingsdiensten
Arbeidsvoorwaarden
Naast de arbeidsvoorwaarden voor het onderwijzend personeel (zie 9.2), gelden enkele specifieke arbeidsvoorwaarden.
Inspecteur
Selectieprocedure
De bepalingen per ambt worden opgenomen in een generiek selectiereglement. Het gaat om bepalingen:
rond welke diploma’s, getuigschriften, ervaringsbewijzen, …, toegang geven tot de selectieprocedure,
aan welke vormvereisten de kandidaatstelling moet beantwoorden
binnen welke termijn, en welke testen er zullen afgenomen worden.
Per specifieke werving zal daarenboven na onderhandelingen met het bevoegde onderhandelingscomité een specifiek selectiereglement voorzien worden. Die onderhandelingen moeten de betrokkenheid van het personeel garanderen. Werken met selectiereglementen zal flexibiliteit toelaten omdat ze makkelijk kunnen aangepast worden aan de omstandigheden en de noden van het moment. De selectiereglementen zullen daarenboven garant staan voor heldere en duidelijke procedures.
Tijdelijke aanstelling
Een personeelslid kan tijdelijk worden aangesteld voor (on)bepaalde duur via de bovenvermelde selectieprocedure. In praktijk wordt een inspecteur eerst tweemaal gedurende een jaar aangesteld voor bepaalde duur en daarna voor onbepaalde duur.
In het eerste jaar van de tijdelijke aanstelling van bepaalde duur in het ambt van inspecteur volgt het tijdelijk personeelslid een opleidingsprogramma, indien het ervoor nog niet was aangesteld bij de inspectie.
De aanstelling van een personeelslid dat tijdelijk is aangesteld voor bepaalde duur kan zonder opzegging beëindigd worden om dringende redenen of als het personeelslid een definitieve evaluatie met eindconclusie onvoldoende heeft gekregen. Daartegen is beroep mogelijk.
De aanstelling van een personeelslid dat tijdelijk is aangesteld voor onbepaalde duur kan zonder opzegging beëindigd worden als het personeelslid gedurende twee opeenvolgende evaluaties of drie keer tijdens de loopbaan in hetzelfde ambt bij de inspectie een definitieve evaluatie met eindconclusie onvoldoende heeft gekregen, of als het personeelslid ontslagen wordt na een tuchtmaatregel. Daartegen is beroep mogelijk.
Vaste benoeming
De aanstelling voor onbepaalde duur leidt tot de vaste benoeming, maar aangezien er een wettelijke beperking is op het percentage vaste benoemingen in de onderwijsinspectie, hangt de periode voorafgaand aan de vaste benoeming af van het aantal inspecteurs dat al eerder vastbenoemd werd.
Functiebeschrijving en evaluatie
Een functiebeschrijving wordt opgesteld op basis van een functieprofiel en bevat twee delen, namelijk: de permanente opdracht en de periodegebonden doelstellingen.
De permanente opdracht bestaat uit de volgende twee delen :
de resultaatgebieden : de taken die het personeelslid tot een goed einde moet brengen;
de competenties.
De functiebeschrijving kan worden aangepast :
bij een substantiële wijziging van de opdracht;
na afspraken die de eerste evaluator en het personeelslid maken tijdens een functioneringsgesprek;
bij de aanvang van een nieuwe evaluatieperiode.
Elke functiebeschrijving of wijziging wordt opgemaakt in onderling overleg tussen de eerste evaluator en het betrokken personeelslid. Als geen consensus bereikt kan worden, ligt de beslissing bij de inspecteur-generaal, indien het om de functiebeschrijving van een inspecteur gaat. In het geval van de coördinerend inspecteur en de inspecteur-generaal ligt de beslissing, als er geen consensus kan bereikt worden, bij de minister bevoegd voor onderwijs.
Met het oog op de evaluatie wordt er een evaluatiegesprek gehouden tussen de eerste evaluator en het betrokken personeelslid. Het evaluatiegesprek heeft als eerste doel het functioneren van het personeelslid te verbeteren waar dat nodig is, en het te ondersteunen. Het evaluatiegesprek kan aanleiding geven tot bijsturingen in de toekomst en kan leiden tot nieuwe, duidelijke afspraken. Het evaluatiegesprek leidt altijd tot een evaluatieverslag. Als het evaluatieverslag de eindconclusie onvoldoende bevat, moet het, op straffe van nietigheid, altijd de beroepsmogelijkheden bevatten.
Ontslag
Het vastbenoemde lid van de inspectie en het tijdelijk personeelslid dat is aangesteld voor onbepaalde duur wordt ontslagen wegens beroepsongeschiktheid als hij gedurende twee opeenvolgende evaluaties of drie keer tijdens zijn loopbaan in hetzelfde ambt bij de inspectie de definitieve evaluatie met eindconclusie onvoldoende heeft gekregen.
Het personeelslid dat tijdelijk is aangesteld voor bepaalde duur wordt ontslagen als hij één definitieve evaluatie met eindconclusie onvoldoende heeft gekregen. Het ontslag wordt uitgesproken door de Vlaamse Regering.
Prestatieregeling
De prestatieregeling bedraagt 38 u per week.
De rechtspositie van het personeel van de onderwijsinspectie wordt geregeld door het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 februari 2010 tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs wat de rechtspositie van het personeel van de inspectie en de pedagogische begeleidingsdiensten betreft
Salaris
Inspectie | Barema's | Aanvang | Bij maximum aantal jaren salarisanciënniteit |
Inspecteur
|
541 544 354 |
30825,29 35726,27 27240,26 |
49081,70 52312,35 42546,95 |
Coördinerend inspecteur
|
859 862 854 |
39825,29 44726,27 36240,26 |
58081,70 61312,35 51546,95 |
De salarissen zijn bedragen in € aan 100 %, ze dienen vermenigvuldigd te worden met coëfficiënt 1,6734 (index op 1/07/2017)
Naast hun salaris ontvangen inspecteurs een vergoeding voor woon-werkverkeer, reis- en eventuele verblijfkosten, alsook - wanneer ze niet beschikken over een permanent lokaal in de gebouwen van de diensten van de Vlaamse Regering - een ICT-vergoeding en vergoeding voor werkingskosten
Bron : https://data-onderwijs.vlaanderen.be/salaris/schalen/
Coördinerend inspecteur en inspecteur-generaal
De aanstelling in het ambt van coördinerend inspecteur of inspecteur-generaal wordt toegewezen bij mandaat voor een duur van vier jaar.
Drie maanden voor het einde van het mandaat vindt een algemene eindevaluatie plaats. Als die niet resulteert in een eindconclusie onvoldoende, wordt het mandaat vernieuwd voor vier jaar. Tegen de eindconclusie onvoldoende is beroep mogelijk.
Een personeelslid dat belast is met een mandaat kan, zonder opzegging, om dringende redenen (ernstige tekortkoming die het voortduren van het mandaat onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt) worden ontslagen. Dit binnen de 3 werkdagen nadat de tekortkoming bekend is geworden. Daartegen is beroep mogelijk.
De inspecteur-generaal wordt geëvalueerd zoals de titularissen van een management- of projectleiderfunctie op N-niveau bij de diensten van de Vlaamse overheid.
Salaris
Inspectie | Barema's | Aanvang | Bij maximum aantal jaren salarisanciënniteit |
Inspecteur-generaal
|
869 872 864 |
44325,29 49226,27 40740,26 |
62581,70 65812,35 56046,95 |
De salarissen zijn bedragen in € aan 100 %, ze dienen vermenigvuldigd te worden met coëfficiënt 1,6734 (index op 1/07/2017)
Naast hun salaris ontvangen inspecteurs een vergoeding voor woon-werkverkeer, reis- en eventuele verblijfkosten, alsook - wanneer ze niet beschikken over een permanent lokaal in de gebouwen van de diensten van de Vlaamse Regering - een ICT-vergoeding en vergoeding voor werkingskosten
Bron : https://data-onderwijs.vlaanderen.be/salaris/schalen/
Inspecteur levensbeschouwelijke vakken
De rechtpositie van de inspecteur-adviseurs van de levensbeschouwelijke vakken wordt geregeld in het BVR van 15 december 1993 tot uitvoering van het decreet van 1 december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken.
De prestatieregeling bedraagt 38 u per week voor een voltijds ambt.
Salarissen
Levensbeschouwelijke vakken | Barema's | Aanvang | Bij maximum aantal jaren salarisanciënniteit |
Inspecteur-adviseur voor het lager onderwijs | 167 | 23806,04 | 40313,31 |
Inspecteur-adviseur coördinator voor het lager onderwijs | 166 | 25651,98 | 42148,07 |
Inspecteur-adviseur coördinator
|
604 166 |
32671,23 25651,98 |
50927,64 42148,07 |
Inspecteur-adviseur voor het secundair en het pedagogisch hoger onderwijs of inspecteur-adviseur voor het lager, het secundair en het pedagogisch hoger onderwijs
|
541 354 |
30825,29 27240,26 |
49081,70 42546,95 |
De salarissen zijn bedragen in € aan 100 %, ze dienen vermenigvuldigd te worden met coëfficiënt 1,6734 (index op 1/07/2017)
Naast hun salaris wordt een krediet ingeschreven voor de organisatie en de werking van de inspectie en begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken. Dit krediet wordt berekend door het aantal betrekkingen van de personeelsformatie, te vermenigvuldigen met 3.571,10 euro per aangeduide persoon. Vanaf 2016 wordt dit bedrag jaarlijks aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex.
De erkende instanties en verenigingen staan in voor de terugbetaling van de reis-, verblijfs- en werkingskosten van deze personen
Bron : https://data-onderwijs.vlaanderen.be/salaris/schalen/
Pedagogisch adviseur
De rechtspositie van het personeel van de pedagogische begeleidingsdiensten (PBD) wordt geregeld door het BVR van 5 februari 2010 tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de kwaliteit van onderwijs wat de rechtspositie van het personeel van de inspectie en de pedagogische begeleidingsdiensten betreft
De prestatieregeling bedraagt 38 u per week voor een voltijds ambt.
Salarissen
Pedagogische begeleidingsdiensten | |||
Pedagogisch adviseur
|
541 544 354 |
30825,29 35726,27 27240,26 |
49081,70 52312,35 42546,95 |
Adviseur-coördinator
|
859 862 854 |
39825,29 44726,27 36240,26 |
58081,70 61312,35 51546,95 |
De salarissen zijn bedragen in € aan 100 %, ze dienen vermenigvuldigd te worden met coëfficiënt 1,6734 (index op 1/07/2017)
Bron : https://data-onderwijs.vlaanderen.be/salaris/schalen/