Curriculum, vakken, aantal uren
Wekelijkse lessenroosters
In de leerjaren van de tweede en derde graad van het secundair onderwijs omvat het lessenrooster de vakken van de basisvorming, een specifiek gedeelte (vakken inherent aan de studierichting) en eventueel een complementair gedeelte. Uitzondering hierop vormt het derde leerjaar van de derde graad aso, tso en kso waar er geen verplichte basisvorming is.
De overheid legt de vakken voor de basisvorming vast. In tegenstelling tot de eerste graad koppelt ze aan deze basisvorming geen minimumaantal wekelijkse lestijden. Voor het overige kiest de school zelf de vakken die het wekelijkse lessenrooster vervolledigen.
In de derde graad (en uitzonderlijk in de tweede graad) kan de realisatie van het wekelijkse lessenrooster ook buiten de school gebeuren, namelijk in de vorm vaneen leerlingenstage of andere vormen van werkplekleren. Voor die situaties geldt niet alleen de onderwijsregelgeving, maar zijn ook diverse arbeids- en welzijnswettelijke bepalingen van toepassing. De leerling wordt hierdoor geconfronteerd met een reële arbeidssituatie waaraan hij al dan niet participeert en/of wordt onderwezen in een meer bedrijfsreële setting. In alle omstandigheden is voorzien dat de nodige contractuele afspraken zijn gemaakt en dat het leerrendement en niet het economisch rendement primeert. De overheid faciliteert ook deze vormen van onderwijsverstrekking en lanceert zelfs het concept duaal leren vanaf 2016, waarbij de werkplekcomponent nog meer op de voorgrond treedt.
Basisvorming
De respectieve verplichte vakkenreeksen van de basisvorming in de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs zijn:
tweede graad aso | tweede graad tso en kso |
levensbeschouwelijk vak | levensbeschouwellijk vak |
Nederlands | Nederlands |
Frans | Frans of Engels (1ste jaar) |
Engels | Frans en Engels (2de jaar) |
wiskunde | wiskunde |
(toegepaste) natuurwetenschappen of fysica en/of biologie of en/of chemie, al dan niet geïntegreerd | (toegepaste) natuurwetenschappen of fysica en/of biologie of en/of chemie, al dan niet geïntegreerd |
geschiedenis | geschiedenis |
aardrijkskunde | aardrijkskunde |
lich. opv. | lich. opv. |
derde graad aso | derde graad tso en kso |
levensbeschouwelijk vak | levensbeschouwelijk vak |
Nederlands | Nederlands |
Frans | Frans of Engels (2) |
Engels of Duits | |
wiskunde | wiskunde |
natuurwetenschappen of fysica en/of biologie en/of chemie | |
geschiedenis | geschiedenis |
aardrijkskunde | aardrijkskunde |
lichamelijke opvoeding | lichamelijke opvoeding |
Studiegebieden en studierichtingen organiseerbaar in de tweede en derde graad secundair onderwijs
In de tweede en derde graad aso, kso en tso kunnen volgende studiegebieden worden georganiseerd:
- Algemeen secundair onderwijs (aso)
- Sport (aso, kso, tso)
- Auto (tso)
- Bouw (tso)
- Chemie (tso)
- Fotografie (tso)
- Glastechnieken (tso)
- Grafische communicatie en media (tso)
- Handel (tso)
- Hout (tso)
- Koeling en warmte (tso)
- Land- en tuinbouw (tso)
- Lichaamsverzorging (tso)
- Maritieme opleidingen (tso)
- Mechanica-elektriciteit (tso)
- Mode (tso)
- Optiek (tso)
- Orthopedische technieken (tso)
- Personenzorg (tso)
- Tandtechnieken (tso)
- Textiel (tso)
- Toerisme (tso)
- Voeding (tso)
- Ballet (kso)
- Beeldende kunsten (kso)
- Podiumkunsten (kso)
Voor de specifieke studierichtingen volgens de structuur zie de website onderwijs Vlaanderen en per studiegebied de bijlagen bij omzendbrief SO 60.
Eindtermen
De overheid bewaakt de onderwijskwaliteit door eindtermen per graad en onderwijsvorm vast te leggen.
Eindtermen zijn minimumdoelen op het vlak van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes. Voor het gewoon secundair onderwijs worden ze vastgelegd per graad en per onderwijsvorm. Eindtermen houden een resultaatsverbintenis in: ze moeten met de leerlingenpopulatie in globo worden bereikt. Voor attitudinale eindtermen daarentegen geldt een inspanningsverplichting.
Naast vakgebonden zijn er ook vakoverschrijdende eindtermen die moeten worden nagestreefd doorheen het volledig secundair onderwijs (en die dus niet graadgebonden zijn). Het zijn minimumdoelen die gelinkt zijn aan meerdere vakken of onderwijsprojecten.
Voor het specifieke gedeelte van een studierichting zijn er specifieke eindtermen die de onderwijskwaliteit moeten borgen. Specifieke eindtermen zijn doelen met betrekking tot vaardigheden, specifieke kennis, inzicht en attitudes waarover een leerling moet beschikken om vervolgonderwijs in het hoger onderwijs aan te vatten. Specifieke eindtermen zijn dus aan doorstroomrichtingen gekoppeld en worden ontwikkeld vanuit een bepaald wetenschapsdomein.
De eindtermen worden bijgehouden op de website van de Vlaamse overheid.
De eindtermen worden doorheen de tijd aangepast aan de veranderende maatschappij. Zie bijvoorbeeld Debat over de eindtermen.
Onderwijsmethoden en didactisch materiaal
Zie eerste graad.