België is een federale staat met gemeenschappen en gewesten. Onderwijs is een gemeenschapsaangelegenheid: de Vlaamse Gemeenschap is bevoegd voor het onderwijs- en vormingsbeleid op het Vlaams grondgebied, inclusief het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Het Vlaams onderwijssysteem is gebaseerd op het grondwettelijk verankerd principe van vrijheid van onderwijs (art. 24 van de Grondwet). Elke (rechts)persoon mag, naast de overheid, onderwijs organiseren. De overheid heeft daarenboven de plicht om niet-confessioneel onderwijs in te richten.
Er zijn in Vlaanderen drie onderwijsnetten met daarbinnen verschillende onderwijskoepels:
- Het officieel onderwijs met daarbinnen het gemeenschapsonderwijs, het gemeentelijk onderwijs en het provinciaal onderwijs (allen ingericht door een overheid);
- Het vrij onderwijs met daarbinnen de koepel Katholiek Onderwijs Vlaanderen (de grootste groep) en het overlegplatform Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers (OKO).
Onderwijsbeleid in Vlaanderen komt tot stand binnen het ministerie van Onderwijs en Vorming. Dat is samengesteld uit het departement Onderwijs en Vorming verantwoordelijk voor de beleidsvoorbereiding – en evaluatie en 3 agentschappen: het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AGODI), het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS) en het Agentschap voor Infrastructuur in Onderwijs (AGION). Het ministerie is bevoegd voor alle stadia van het onderwijs- en vormingssysteem, met uitzondering van kinderopvang, kinderbijslag en wetenschapsbeleid.