Bestuur op federaal niveau
Federale onderwijsmateries
Vanaf 1989 is de Vlaamse Gemeenschap verantwoordelijk voor onderwijsmateries en staat bijgevolg in voor het bestuur van het onderwijs in haar taalgebied. Immers, na de grondwetsherziening van 15 juli 1988, hevelde de grondwet (17 februari 1994) vrijwel alle verantwoordelijkheden (art. 127 § 1.2) in verband met het onderwijssysteem over naar de Gemeenschappen. Toch zijn er nog een aantal federale bevoegdheden: het begin en einde van de leerplicht, de onderverdeling in verschillende onderwijsniveaus, het pensioen van de leerkrachten, het taaltoezicht in de onderwijsinstellingen in Brussel en de rand- en taalgrensgemeenten en de financiering van buitenlandse universitaire studenten. Daarnaast zijn er nog een aantal andere federale bevoegdheden die aan het Onderwijs- en Vormingsbeleid beperkingen stellen. De belangrijkste daarvan zijn de reglementering op de toegang tot bepaalde beroepen, de werknemersstatuten van toepassing op werkplekleren en het betaald educatief verlof. Voor een aantal beleidsopties zoals het spijbelbeleid en de controle op de leerplicht is samenwerking vereist met federale overheidsdiensten zoals justitie, met de politie en met de andere gemeenschappen.
Federale pensioenen en educatief verlof
De pensioenregeling maakt nog steeds deel uit van het nationale sociale zekerheidssysteem waarvoor nog een nationaal financieringssysteem in voege is, gebaseerd op solidariteit tussen Gemeenschappen en Gewesten.
Pensioenen
- Bevoegd minister: de minister van Pensioenen.
- Bevoegde administratie:
- PDOS, Pensioendienst voor de overheidssector voor toekenning, berekening en beheer pensioenen personeelsleden openbare sector
- Federale overheidsdienst Financiën > Administratie der Thesaurie > Centrale Dienst der Vaste Uitgaven - Pensioenen voor uitbetaling der pensioenen
Betaald educatief verlof
- Bevoegd minister: de federale minister die werk onder zijn bevoegdheid heeft.
- Bevoegde administratie: FOD Werkgelegenheid, Arbeid en sociaal overleg > Betaald educatief verlof;
Federale beroepsopleidingen: de militaire opleiding en de politieopleiding
Militaire opleiding
- Bevoegd minister: de minister van Landsverdediging.
- Bevoegde administratie: Ministerie van Defensie > Algemene Directie Vorming (DG Vmg).
- Om de opleidingsmogelijkheden van de personeelsleden van het ministerie van Landsverdediging te versterken en hun reïntegratie op de arbeidsmarkt na militaire dienst te bevorderen is een bilateraal samenwerkingsakkoord gesloten tussen het Ministerie van Landsverdediging en het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, m.b.t. het volwassenenonderwijs.
Politieopleiding
- De politie is gestructureerd op twee niveaus: de federale politie en de lokale politie (opgedeeld in politiezones). De opleiding van de federale politie gebeurt op het federale niveau in 3 federale politiescholen. De opleiding van de lokale politie in een van de 10 lokale politiescholen. We behandelen hier enkel het federale niveau.
- Bevoegde ministers: de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van justitie. Overeenkomstig het KB van 30 maart 2001, tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol), wordt de opleidingspolitiek voor de politiediensten bepaald door de minister van Binnenlandse zaken en de minister van Justitie. Het initiatief en het dagelijks beheer van de vorming behoren feitelijk tot de bevoegdheden van de minister van Binnenlandse zaken die de minister van Justitie betrekt bij de algemene maatregelen betreffende de opleiding van het politiepersoneel. De minister van Justitie oefent een eigen rol uit voor de opleidingen van het personeel van de Algemene Directie van de gerechtelijke politie (opsporings- en recherchedienst). Het RPPol bepaalt daarvoor dat de minister van Justitie binnen de federale politie een nationale rechercheschool opricht die de gerechtelijke opleidingen verstrekt.
- Bevoegde administratie: Algemene directie van de Ondersteuning en het Beheer (DGS) > Directie van de opleiding (DSE). De DSE omvat de drie politiescholen op federaal niveau alsook het kenniscentrum (DSED). De Directie stelt jaarlijkse opleidingsplannen voor de geïntegreerde politie op, in nauwe samenwerking met haar partners en op basis van de nationale en zonale veiligheidsplannen. Ze waakt eveneens over de verwezenlijking van de opleidingsprioriteiten uit het NVP (Nationaal Veiligheidsplan). Gezien de directie van de opleiding open staat voor externe opleidingen, werkt ze ook samen met het Opleidingsinstituut voor de Federale Overheid (OFO). Deze opleidingsinstelling van de federale overheid is een entiteit van de federale overheidsdienst 'personeel en organisatie'. Zij beheert volledige opleidingsprogramma's voor de administratie van de federale openbare diensten, waaronder ook de politie. De personeelsleden van de politie kunnen zich inschrijven bij de opleidingsinstelling van de federale overheid.
- Federale onderwijsinstellingen
- De nationale officierenschool (DSEO)
- De nationale rechercheschool (DSER)
- De federale school (DSEF)
Rekenhof
Het Rekenhof is belast met de externe controle op de begrotings-, boekhoudkundige- en financiële verrichtingen van de federale Staat, de Gemeenschappen, de Gewesten, de openbare instellingen die ervan afhangen, en de provincies.
Recente rapporten die betrekking hebben op onderwijs zijn:
- De subsidiëring van de centra voor gezinsplanning en -overleg (31 mei 2012)
- Toezicht op de kwaliteit van het onderwijs door de inspectie (3 november 2011)
- Kosteloosheid en kostenbeheersing in het basisonderwijs (mei 2011)
- Pedagogische en administratieve ondersteuning van basisscholen en secundaire scholen (juni 2010)
- De omkadering in het gewoon voltijds secundair onderwijs (januari 2010)
- Gelijke onderwijskansen in het gewoon basis- en secundair onderwijs (augustus 2008)
- Kwaliteitsbewaking in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen (juli 2008)
Alle rapporten (met een Engelstalige en Franstalige abstract) zijn op de website van het Rekenhof te vinden en te downloaden.
Raad van State
Elk voorontwerp van onderwijsdecreet wordt voor juridisch advies voorgelegd aan de Raad van State.
De Raad van State bestaat uit twee afdelingen.
- De afdeling Wetgeving is de juridische raadgever van de wetgevende vergaderingen en van de regeringen. Ze verstrekt juridische adviezen over de verschillende ontwerpen van wetteksten en verordeningsteksten die deze vergaderingen en regeringen aan de Raad voorleggen. De adviezen over voorontwerpen van wet, van decreet of van ordonnantie worden gevoegd bij de memorie van toelichting van de ontwerpen, wanneer deze ingediend worden bij een parlementaire vergadering. Ze worden dus bekendgemaakt in de parlementaire stukken van de betrokken vergadering en kunnen daardoor geraadpleegd worden.
- De afdeling Bestuursrechtspraak is het hoogste administratieve rechtscollege van het land. Ze neemt in hoofdzaak kennis van de vorderingen tot schorsing en nietigverklaring van administratieve rechtshandelingen en van cassatieberoepen tegen beslissingen van administratieve rechtscolleges.
Grondwettelijk hof
Het Grondwettelijk Hof is een rechtscollege met twaalf rechters die waken over de inachtneming van de Grondwet door de wetgevers in België. Het kan wetten, decreten en ordonnanties vernietigen en schorsen. Vanwege zijn bijzondere opdracht staat het los van zowel de wetgevende macht, als van de uitvoerende en de rechterlijke macht.
Bestuur op regionaal niveau: de Vlaamse Gemeenschap
Binnen de Vlaamse Regering is de minister van Onderwijs verantwoordelijk voor bijna alle aspecten van het onderwijsbeleid van het kleuter- tot en met het universitair onderwijs. Enkel de pensioenen van het onderwijspersoneel, het vastleggen van de leerplicht en het bepalen van de minimumvoorwaarden voor het behalen van een diploma behoren tot de federale Belgische materie.
Onderwijs en vorming
Instanties binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming
- De Vlaamse minister van Onderwijs pleegt in de Beleidsraad strategisch overleg met de leidende ambtenaren. Pascal Smet is Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke kansen en Brussel en bevoegd voor: het beleidsdomein onderwijs en vorming, het beleidsveld jeugdwerk (inbegrepen de coördinatie van het kinderrechtenbeleid), het gelijkekansenbeleid en de coördinatie van het beleid m.b.t. Brussel-Hoofdstad.
- De Vlaamse onderwijsadministratie bestaat uit 6 autonome organisaties.
- Het Vlaams Ministerie van onderwijs en vorming.
- Het DOV, Departement Onderwijs en Vorming zorgt onder leiding van de secretaris-generaal voor de beleidsondersteuning.
- 4 interne verzelfstandigde agentschappen, zonder rechtspersoonlijkheid zorgen elk o.l.v. een administrateur-generaal voor de beleidsuitvoering.
- AgODi, Agentschap voor Onderwijsdiensten (basis-, secundair, deeltijds kunstonderwijs, centra voor leerlingenbegeleiding, inspectie en begeleiding).
- AHOVOS, Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen verzorgt de dienstverlening aan het personeel, de instellingen, de studenten en de cursisten uit het hoger en het volwassenenonderwijs.
- AOC, Agentschap voor Onderwijscommunicatie staat in voor de externe communicatie; het bestaat uit de Canon cultuurcel, Klasse (tijdschriften en websites) en de afdeling Informatie en Communicatie.
- AKOV, Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (én VDAB én SYNTRA), opgericht in 2009, staat in voor het bevorderen van het kwaliteitszorgsysteem voor de onderwijs-, beroepsopleidings- en vormingstrajecten en voor de EVC-trajecten die leiden naar bewijzen van erkende kwalificaties [zie 11.1.1.3].
- AGIOn, Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs is een IVA met rechtspersoonlijkheid, maar wordt in 2012-2013 omgevormd tot een publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap; het subsidieert de aankoop, de bouw en de verbouwing van schoolgebouwen voor het leerplichtonderwijs en de hogescholen.
- Het Vlaams Ministerie van onderwijs en vorming.
- De VLOR, Vlaamse Onderwijsraad fungeert als strategische adviesraad [zie 2.7.4.1]. Alle voorontwerpen van decreet dienen een advies te krijgen van de VLOR, Vlaamse Onderwijsraad. Ze worden doorgaans ook voorgelegd aan de Raad van State (voor juridisch advies) en de SERV, Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (sociaal-economisch advies toegespitst op de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en levenslang en levensbreed leren).
De agentschappen worden aangestuurd door de minister via een beheersovereenkomst.
Het departement Onderwijs en Vorming omvat volgende diensten en afdelingen.
- Een stafdienst.De afdeling strategische beleidsondersteuning die o.m.
- strategische beleidsopties formuleert;
- de bijdrage van de administratie voor het regeerakkoord, de beleidsnota en de meerjarenplanning voorbereidt en garandeert dat de beleidsbrieven en jaarplanning hierop afgestemd zijn;
- het Europees en multilateraal onderwijsbeleid coördineert;
- instaat voor het verdedigen van standpunten standpunten vanuit het Vlaams onderwijs- en vormingsbeleid op Europese en andere internationale fora en voor het analyseren van de implicaties van de Europese en andere internationale beleidsontwikkelingen voor het Vlaamse onderwijs- en vormingsbeleid;
- de kennisbehoeften opspoort en nagaat hoe deze het best kunnen ingevuld worden, wetenschappelijk onderzoek uitbesteedt en zorgt voor de opvolging ervan;
- instaat voor de monitoring en evaluatie van het beleid.
- Het project strategisch onderwijs – en vormingsbeleid situeert zich op het snijvlak van de bevoegdheden onderwijs, werk en cultuur en richt zich op het stimuleren van levenslang en levensbreed leren, en op het versterken van de aansluiting tussen enerzijds onderwijs, opleiding en vorming en anderzijds de arbeidsmarkt.
- De afdeling Beleid Onderwijspersoneel staat in voor de beleidsvoorbereiding, de beleidsevaluatie en de ontwikkeling van de regelgeving voor het personeel van de onderwijssector (basisonderwijs, secundair onderwijs, centra voor leerlingenbegeleiding, deeltijds kunstonderwijs, hoger onderwijs, volwassenenonderwijs) en voor de leden van de inspectie en pedagogische begeleidingsdiensten. De afdeling verzorgt eveneens de beleidsvoorbereiding en –ondersteuning met betrekking tot de loopbaan- en de competentieontwikkeling van het personeel van de onderwijssector.
- De afdeling B'asis- en Deeltijds Kunstonderwijs'.
- De afdeling Secundair Onderwijs en Leerlingenbegeleiding.
- De afdeling Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs.
- De afdeling Horizontaal Beleid verzorgt de beleidsvoorbereiding, de beleidsevaluatie en de regelgeving van niveauoverschrijdende beleidsthema’s zoals onder meer kwaliteit van het onderwijs, infrastructuur, capaciteit (inclusief ICT in onderwijs), school- en studietoelagen, gelijke kansen en diversiteit, de afstemming onderwijs-arbeidsmarkt, Brussel en internationalisering van het onderwijs.
- De afdeling Europese Programma's Een Leven Lang Leren zorgt via EPOS vzw als Nationaal Agentschap voor Vlaanderen voor het implementeren van het Europees Programma 'Een Leven Lang Leren' (inclusief E-twinning). EPOS is ook het Vlaamse coördinatieagentschap voor een aantal andere programma's zoals Erasmus Mundus, Tempus en Erasmus Belgica; het omvat ook het het Nationaal Europass Centrum. Verder staat de afdeling in voor de uitwisseling tussen de Gemeenschappen van België voor studenten in de lerarenopleiding, het Buurlandenbeleid, Gros en Euroklassen.
- Een managementondersteunende dienst (MOD) ondersteunt het departement en de agentschappen.
De onderwijsinspectiedienst [zie 11.1.1.1] is een autonome dienst binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming, in directe relatie met het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming.
Enkele onderwijsrelevante instellingen vallen buiten het beleidsdomein Onderwijs en Vorming:
- EPOS vzw Dit agentschap is een samenwerkingsverband tussen het departement Onderwijs en Vorming, de VDAB en SYNTRA-Vlaanderen en zorgt o.m. voor de uitvoering van het Europese LPP-programma, "Een Leven Lang Leren" [zie 2.2];
- de VLIR, de Vlaamse Interuniversitaire Raad, VHLORA, de Vlaamse Hogescholenraad en de VLUHR, de Vlaamse Universiteiten en Hogescholenraad [zie 2.7.4.2].
Met verschillende andere Vlaamse beleidsdomeinen wordt samengewerkt en worden protocolakkoorden gesloten, zoals met:
- de minister verantwoordelijk voor werk, voor de uitvoering van de kwalificatiestructuur en de competentieagenda; 2.6.2.
- het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, voor de medische onderzoeken in de CLB’s;
- het beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media (CJSM), m.b.t. kunst- en cultuureducatie, EVC en brede school. ACCE, de Ambtelijke Coördinatie Cultuureducatie en de CANON cultuurcel zullen vanuit een gedeelde beleidsvisie actief netwerken en sensibiliseren in beide sectoren en op diverse beleidsniveaus ;
- het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken, voor het leerlingenvervoer met de Lijn;
- Kind en Gezin, voor de voor- en naschoolse opvang van kinderen en het stimuleren van de participatie van kleuters aan het kleuteronderwijs.
Tussen het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming en het Ministerie van Landsverdediging is een bilateraal samenwerkingsakkoord gesloten om de opleidingsmogelijkheden van het personeel van Defensie uit te breiden met het oog op het bevorderen van de reïntegratie op de arbeidsmarkt. In dat kader zijn de vormingen van Defensie vergeleken met de opleidingen van het volwassenenonderwijs.
Beleidsdocumenten
Belangrijke beleidsdocumenten zijn het Vlaamse regeerakkoord, de Verklaring van de Vlaamse Regering, de Beleidsdomeinspecifieke bijdrage Onderwijs en Vorming van de Vlaamse Administratie aan het regeerprogramma van de aantredende Vlaamse Regering, de beleidsnota Onderwijs en Vorming 2009-2014 bij aanvang van de legislatuur; de jaarlijkse beleidsbrief van de minister en de conceptnota's, discussienota's, vervolgnota's over geplande vernieuwingen.
Inzake de arbeidsvoorwaarden van het personeel zijn de afgesloten cao's, collectieve arbeidsovereenkomsten bepalend. Daarnaast zijn voor beleidsontwikkelingen ook van belang de adviezen, jaarplanning en jaarverslag van de VLOR, en de 'Onderwijsspiegel', het jaarverslag van de onderwijsinspectie.
Alle voorontwerpen van decreet dienen een advies te krijgen van de VLOR, Vlaamse Onderwijsraad . Ze worden doorgaans ook voorgelegd aan de Raad van State (voor juridisch advies) en de SERV, Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (sociaal-economisch advies toegespitst op de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt en levenslang en levensbreed leren).
Beleidscommunicatie
Het ministerie van Onderwijs voert een actief communicatiebeleid met:
- een uitgebreide website: Onderwijs.Vlaanderen.be
- een infolijn: Vlaamse Infolijn-Onderwijs 1700.
- een hele reeks maandelijkse tijdschriften waarop men gratis kan abonneren en die ook online raadpleegbaar zijn:
- Klasse voor leraren,
- Klasse voor ouders (van leerlingen t/m 1e graad secundair onderwijs),
- Klasse (voor journalisten),
- Yeti (voor leerlingen 5e en 6e leerjaar lager onderwijs,10-12 j.),
- Maks (voor jongeren 12-18j.);
- daarnaast zijn er een hele reeks e-nieuwsbrieven:
- Lerarendirect wekelijks,
- Schooldirect wekelijks,
- YetiExtra: maandelijkse pedagogische bijdrage bij het tijdschrift Yeti,
- TV klasse nieuws: videoreportages,
- E_brief Ouders, XTR,
- Rambo voor tieners,
- Maks.update voor jongeren;
- onderwijspublicaties
Elk jaar in juni organiseert de administratie van het Ministerie van Onderwijs en Vorming een Ronde van Vlaanderen voor schooldirecties, waarbij in elke provincie de nieuwe maatregelen voor het volgend schooljaar worden toegelicht.
Via DISCIMUS zullen scholen, centra voor deeltijds onderwijs en AgODi,Agentschap voor Onderwijsdiensten constant leerlingengegevens kunnen uitwisselen en is het o.m. mogelijk om dubbele inschrijvingen na te gaan.
Vanaf november 2012 worden de inschrijvingen in het volwassenenonderwijs ingebracht in DAVINCI, de nieuwe Databank Volwassenenonderwijs Instellingen- en Cursisteninformatie.
Beroepsopleiding en ondernemersvorming
Instanties binnen het beleidsdomein Werk en Sociale Economie(WSE)
- De minister bevoegd voor werk & de minister bevoegd voor sociale economie.
- Het departement Werk en Sociale Economie.
- Het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie (IVA).
- De VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) (een privaatrechtelijk vormgegeven EVA) organiseertberoepsopleidingen ten behoeve van werkzoekenden en werknemers [zie 8.4] Leerlingen uit bepaalde finaliteitsjaren TSO en BSO kunnen er ook terecht in het kader van de zogenaamde “72-uren regeling” [cf. 8.1].
- Het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming – SYNTRA Vlaanderen (een publiekrechtelijk vormgegeven EVA) staat in voor de opleiding van zelfstandigen en KMO's (de vroegere 'middenstandsopleiding') middels het SYNTRA-opleidingsnetwerk, maar ook via samenwerking met andere actoren [zie 8.5]
Het ESF-Agentschap Vlaanderen vzw (een privaatrechtelijk vormgegeven EVA) beheert het Europees sociaal fonds Vlaanderen. De Europese Commissie stuurt het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten via jaarlijkse richtsnoeren en aanbevelingen en reikt hen via het Europees Sociaal Fonds (ESF) ook middelen aan om de Europese Werkgelegenheidsstrategie in praktijk te brengen. Voor het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid is vooral de ESF doelstelling 3 programmatie van belang. Aan de hand daarvan worden onder andere opleidings- en begeleidingsactiviteiten van werkzoekenden en werknemers ondersteund. Het bevordert ook de sociale integratie en inpassing in het arbeidsproces van werkzoekenden en achterstandsgroepen.
- De SERV, Sociaal-economische Raad van Vlaanderen is de strategische adviesraad.
Werk
Werkgelegenheid is in België een verdeelde bevoegdheid. Schematisch voorgesteld is het zo dat de federale regering verantwoordelijk is voor de uitbetaling van de werkzoekenden en de Vlaamse Regering voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding. Zowel de federale als de gewestelijke regering staan in voor een reeks tewerkstellingsprogramma's. In het Vlaams Regeerakkoord wordt het streven naar meer ondernemen en meer werk als de topprioriteit naar voor geschoven.
Zowel de VDAB als het Vlaams Agentschap voor Ondernemingsvorming SYNTRA Vlaanderen staan onder toezicht van de Vlaamse minister die werk in zijn bevoegdheid heeft.
Voor de legislatuur 2009-2014 ligt de bevoegdheid voor werk bij de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport. Daarom werd tussen de minister bevoegd voor Werk en de minister bevoegd voor Onderwijs een protocol gesloten om de genomen engagementen ten aanzien van de Competentieagenda verder uit te voeren. De samenwerking is ook noodzakelijk voor de uitvoering van het decreet op de Vlaamse kwalificatiestructuur en in het kader van de loopbaanbegeleiding.
Sinds 2009 is een gemeenschappelijk managementcomité Onderwijs, Vorming en Werk operationeel. Het bespreekt beleidsvoorstellen op het snijvlak van beide beleidsdomeinen en zorgt voor de nodige afstemming. Daarnaast formuleert het ook geïntegreerde beleidsvoorstellen rond kwaliteitszorg en EVC.
Steunpunt WSE, Werk en Sociale Economie
Het Steunpunt WSE is door de Vlaamse Regering erkend als beleidsvoorbereidend en beleidsondersteunend steunpunt (Programma Strategisch Arbeidsmarktonderzoek en Programma Steunpunten Beleidsrelevant Onderzoek), met de steun van de Stuurgroep Strategisch Arbeidsmarktonderzoek, het Vlaams Interuniversitair OnderzoeksNetwerk Arbeidsmarktrapportering VIONA en het Europees Sociaal Fonds (ESF). In opdracht van de Federale Overheid (Programma AGORA - Federaal Wetenschapsbeleid) ondersteunt het Steunpunt WSE mee de uitbouw en exploitatie van sociaaleconomische databanken over arbeid en arbeidsmarkt.
Landbouwvorming
Het beroepsonderwijs gericht op de landbouwsector, dat vroeger de bevoegdheid van de federale minister van Landbouw was, is overgeheveld naar de Gemeenschappen door de bijzondere wet van 8 augustus 1980. Landbouw en visserij werd eerst na de 5e staatshervorming in 2002 een volledig Vlaamse bevoegdheid.
Beleidsdomein: Landbouw en Visserij.
Bevoegde minister: de Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid.
Bevoegde administratie : Departement Landbouw en Visserij > Afdeling Duurzame landbouwontwikkeling. Deze afdeling staat in voor de erkenning van de organisatoren van de landbouwvorming (de erkende centra), de registratie van de lesgevers, de subsidiëring van de vormingsactiviteiten, de inspecties ter plaatse, de visering van de getuigschriften en de betaling van de vergoeding voor sociale promotie van de deelnemers. [Zie 8.6].
Sociaal-cultureel volwassenenwerk
Beleidsdomein: Cultuur, Jeugd, Sport en Media.
Bevoegde minister: de Vlaamse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur.
Bevoegde administratie: het Vlaams Ministerie van Cultuur, Jeugd, Sport en Media.
- Het departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media staat in voor de voorbereiding, opvolging en evaluatie van het beleid.
- Het agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen (een IVA) > afdeling Volksontwikkeling en Lokaal Cultuurbeleid (VOLC) zorgt voor de beleidsuitvoering.
Er is ook een Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC).
Kinderopvang
Voor de regie van de kinderopvang zorgt het Vlaams agentschap Kind & Gezin, dat ressorteert binnen het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Met het beleidsdomein wordt ook samengewerkt voor de medische onderzoeken in de CLB's.
Bevoegde minister: de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Bevoegde administratie: het Vlaams Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.