Skip to main content
European Commission logo
EACEA National Policies Platform:Eurydice
België-Vlaamse-gemeenschap:Beleidspersoneel basis- en (post-)secundair onderwijs

Belgium - Flemish Community

10.België-Vlaamse-gemeenschap:Management en ander educatief ondersteunend personeel

10.1België-Vlaamse-gemeenschap:Beleidspersoneel basis- en (post-)secundair onderwijs

Last update: 30 March 2021

Inleiding

Het management van een onderwijsinstelling in het basisonderwijs (BaO) en het secundair onderwijs (SO) wordt gevormd door personeelsleden van het bestuurspersoneel.

Tot deze categorie behoren de ambten van

  • directeur (basis- en secundair onderwijs)
  • technisch adviseur-coördinator  (secundair onderwijs)
  • adjunct-directeur (secundair onderwijs)
  • coördinator (deeltijds beroepssecundair onderwijs)
  • technisch adviseur (secundair onderwijs)

en de mandaten voor

  • algemeen directeur (scholengroep/schoolbestuur)
  • coördinerend directeur (scholengemeenschap SO)
  • directeur-coördinatie scholengemeenschap basisonderwijs (scholengemeenschap BaO).

Deze personeelsleden worden aangesteld en benoemd door het schoolbestuur.

De directeur is namens het schoolbestuur belast met de dagelijkse leiding van de school.

In het gemeenschapsonderwijs zijn de bevoegdheden van de directeur formeel vastgelegd in het bijzonder decreet van 14 juli 1998. In het gesubsidieerd onderwijs wordt meer aan het schoolbestuur overgelaten welke bevoegdheden worden gedelegeerd aan de directeur. De directeur heeft ook een aantal formele taken en opdrachten (o.m. optreden als evaluator van de personeelsleden van de school).

De algemeen directeur heeft in het gemeenschapsonderwijs ook een aantal toegewezen bevoegdheden via het bijzonder decreet. In het gesubsidieerd onderwijs heeft het schoolbestuur opnieuw meer autonomie in het vastleggen van het takenpakket en de bevoegdheden van de algemeen directeur.

De coördinerend directeur (SO) en de directeur-coördinatie scholengemeenschap (BaO) vervullen taken en opdrachten voor de scholengemeenschap, die dit takenpakket autonoom invulling geeft.

Aanstellingsvoorwaarden

Directeur en adjunct-directeur

Binnen de categorie bestuurs- en onderwijzend personeel is het ambt van directeur een bevorderingsambt, het ambt van adjunct-directeur een selectieambt.

In het gemeenschapsonderwijs bestaat er voor de selectie- en bevorderingsambten een proeftijd van 12 maanden, die eenmaal met 12 maanden kan worden verlengd. Tijdens deze periode moet het personeelslid effectief presteren in het ambt waarin het tot de proeftijd toegelaten is. Het personeelslid moet voor de toelating tot de proeftijd:

  • houder zijn van het vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs,
  • als de laatste evaluatie in het selectie- of bevorderingsambt geen evaluatie met eindconclusie 'onvoldoende' gekregen hebben,
  • voldoen aan de algemene wervingsvoorwaarden [zie 9.2.2],
  • beschikken over de vereiste bekwaamheden voor het ambt (vastgelegd door de raad voor het gemeenschapsonderwijs) en getest in een proef,
  • zich kandidaat gesteld hebben bij de raad van bestuur.

Na het beëindigen van de proeftijd met gunstig advies wordt het personeelslid door de raad van bestuur in vast verband benoemd in het selectie- of bevorderingsambt.

In het gesubsidieerd onderwijs bestaat de verplichte proeftijd niet. Het personeelslid wordt door het schoolbestuur vast benoemd in het selectie- of bevorderingsambt indien hij/zij houder is van het vereiste of voldoende geachte bekwaamheidsbewijs, als de laatste evaluatie geen evaluatie met de eindconclusie "onvoldoende" heeft opgeleverd, en als de kandidaat voldoet aan de algemene wervingsvoorwaarden [zie 9.2.2]. 

Een vaste benoeming is enkel mogelijk in hoofdambt. Naast een vaste benoeming in het ambt van directeur is het ook mogelijk dat een vast benoemd personeelslid (gesubsidieerd onderwijs) of personeelslid (gemeenschapsonderwijs) vanuit een ander ambt wordt aangesteld als waarnemend (adjunct-) directeur.

Algemeen directeur (ALDI)

Het bijzonder decreet betreffende het gemeenschapsonderwijs van 14 juli 1998 bepaalt dat de scholengroepen bestuurd worden door:

  • een algemene vergadering
  • een raad van bestuur
  • een college van directeurs
  • een algemeen directeur

Het mandaat van die algemeen directeur (ALDI) wordt toegewezen door de raad van bestuur en bekrachtigd door de algemene vergadering. Alleen directeurs van scholen van de scholengroep komen voor dit mandaat in aanmerking.

Het mandaat wordt toegekend voor onbepaalde duur en kan op elk ogenblik op gemotiveerde wijze beëindigd worden.

In het gesubsidieerd onderwijs kan het schoolbestuur een directeur van een instelling belasten met de taak van algemeen directeur van de totaliteit van haar instellingen.

Coördinerend directeur (CODI)

Zowel in het gemeenschaps- als het gesubsidieerd secundair onderwijs kan een directeur van een secundaire school dat behoort tot een scholengemeenschap bij mandaat aangesteld worden tot coördinerend directeur (CODI). Deze is belast met taken voor de totaliteit van de instellingen die deel uitmaken van de scholengemeenschap. De coördinerend directeurs kunnen indien gewenst voltijds ingezet worden en kunnen daarvoor schoolvrij gemaakt worden.

Directeur-coördinatie scholengemeenschap basisonderwijs

Op het niveau van de scholengemeenschap basisonderwijs kan een directeur-coördinatie scholengemeenschap worden aangesteld. Deze functie wordt uitgeoefend in het onderliggend ambt van directeur. Per scholengemeenschap kunnen maximaal twee halftijdse of één voltijdse functie(s) worden ingericht. Dit personeelslid wordt klas- en schoolvrij aangesteld ter ondersteuning van de scholengemeenschap. Een vaste benoeming is in deze functie niet mogelijk.

Directeur of coördinator in het deeltijds beroepssecundair onderwijs 

Een autonoom Centrum voor Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs (CDO) (zie 6.4.1) heeft recht op één directeur (= bevorderingsambt). Een niet-autonoom CDO heeft recht op één betrekking van coördinator (=selectieambt). 

Technisch adviseur-coördinator en technisch adviseur

In het secundair onderwijs kan een school in het bestuurs- en onderwijzend personeel onder bepaalde voorwaarden het ambt van technisch adviseur-coördinator en van technisch adviseur inrichten.

Het ambt van technisch adviseur-coördinator is een bevorderingsambt, het ambt van technisch adviseur is een selectieambt.

In het gemeenschapsonderwijs bestaat er voor de selectie- en bevorderingsambten een proeftijd van 12 maanden, die eenmaal met 12 maanden kan worden verlengd. Tijdens deze periode moet het personeelslid effectief presteren in het ambt waarin het tot de proeftijd toegelaten is. Het personeelslid moet voor de toelating tot de proeftijd:

  • houder zijn van het vereist of voldoende geacht bekwaamheidsbewijs,
  • als laatste evaluatie geen evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" hebben gekregen,
  • voldoen aan de algemene wervingsvoorwaarden (zie 9.2.2),
  • beschikken over de vereiste bekwaamheden voor het ambt (vastgelegd door de raad voor het gemeenschapsonderwijs) en getest in een proef,
  • zich kandidaat gesteld hebben bij de raad van bestuur.

Na het beëindigen van de proeftijd met gunstig advies wordt het personeelslid door de raad van bestuur in vast verband benoemd in het selectie- of bevorderingsambt.

In het gesubsidieerd onderwijs bestaat de verplichte proeftijd niet. Het personeelslid wordt door het schoolbestuur vastbenoemd in het selectie- of bevorderingsambt indien hij/zij houder is van het vereiste of voldoende geachte bekwaamheidsbewijs, als de laatste evaluatie geen evaluatie met de eindconclusie "onvoldoende" heeft opgeleverd, en als de kandidaat voldoet aan de algemene wervingsvoorwaarden (zie 9.2.2). 

Een vaste benoeming is enkel mogelijk in hoofdambt. Een volledige betrekking kan echter worden toegekend aan één of twee personeelsleden, die elk met een halve betrekking worden belast. Naast een vaste benoeming in het ambt van technisch adviseur-coördinator of technisch adviseur is het ook mogelijk dat een vastbenoemd personeelslid (gesubsidieerd onderwijs) of personeelslid (gemeenschapsonderwijs) waarnemend (tijdelijk) wordt aangesteld in deze ambten. 

Arbeidsvoorwaarden

Voor de arbeidsvoorwaarden van de directeur, de technisch adviseur-coördinator, de adjunct-directeur, de coördinator en de technisch-adviseur (dit zijn ambten die ressorteren onder de categorie van het bestuurspersoneel) verwijzen we naar deze van het onderwijzend personeel [zie 9.2.].

Inzake de evaluatieprocedure is er voor een directeur een verschil met het onderwijzend personeel, in die zin dat de directeur slechts één evaluator heeft: hij/zij wordt geëvalueerd door de raad van bestuur (gemeenschapsonderwijs) of door het schoolbestuur (gesubsidieerd onderwijs). In het gesubsidieerd onderwijs kan het schoolbestuur er voor kiezen om de adjunct-directeur zelf te evalueren of kan ze dat overlaten aan de directeur.

De salarisschalen per ambt en op basis van het bekwaamheidsbewijs kunnen geraadpleegd worden via deze link