Skip to main content
European Commission logo
EACEA National Policies Platform:Eurydice
België-Vlaamse-gemeenschap:Kwaliteitszorg in de permanente vorming

Belgium - Flemish Community

11.België-Vlaamse-gemeenschap:Kwaliteitszorg

11.3België-Vlaamse-gemeenschap:Kwaliteitszorg in de permanente vorming

Last update: 29 December 2020

Bevoegde instanties

Onderwijsinspectie

Ook in het VWO, volwassenenonderwijs en het DKO, deeltijds kunstonderwijs worden door de onderwijsinspectie [zie 11.1.1.1] regelmatig doorlichtingen [zie 11.1.2.3] georganiseerd.

Het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS)

Het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen is het resultaat van de fusie van het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming en het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen. AHOVOKS is een agentschap in het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. Zie 11.1 voor meer informatie.

Pedagogische begeleidingsdienstenen VOCVO,Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs

Het VOCVO, Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs ondersteunt alle CBE's (Centra voor Basiseducatie) (Decret van 15 juli 2007). Het VOCVO is een vzw met een afgevaardigde van elk deelnemend centrumbestuur in de algemene vergadering.

Het VOCVO en de netgebonden PBD's [zie 11.1.1.4] dienen te zorgen voor:

  • pedagogische en organisatorische ondersteuning;
  • deskundigheidsbevordering van de personeelsleden;
  • coördinatie, stimulering en facilitering van onderwijsvernieuwing en kwaliteitszorg;
  • ondersteuning van de centra bij het realiseren van de eindtermen, specifieke eindtermen, erkende beroepskwalificaties en basiscompetenties bij de cursisten, via het werken met leerplannen en met goedgekeurde opleidingsprofielen in afwachting van de goedgekeurde leerplannen.

De uitvoering van al deze opdrachten wordt verduidelijkt in een driejaarlijks beleidsplan.

SYNTRA Vlaanderen

Zowel in de raad van bestuur van SYNTRA Vlaanderen als in de Praktijkcommissie (verantwoordelijk voor de leertijd), zetelen vertegenwoordigers van de representatieve organisaties van werkgevers en werknemers, middenstand en landbouw die deel uitmaken van de SERV.

De praktijkcommissie is hoofdzakelijk verantwoordelijk voor de kwalitatieve uitbouw van de praktijkopleidingen. Dit zowel in de leertijd (de leerovereenkomst) als in de ondernemersopleidingen (de stageovereenkomst). Zij ziet toe op de correcte toepassing van de leer- en stageovereenkomst en het verloop van de opleiding in de onderneming, oefent toezicht uit op de leertrajectbegeleiders en adviseert de raad van bestuur over het beleid en de werking van de leertijd.

SYNTRA-Vlaanderen evalueert 3-jaarlijks de 5 SYNTRA op bekendheid, marktaandeel, klantentevredenheid en effectiviteit van de opleiding. Daarnaast volgt SYNTRA een zelfevaluatie-instrument gebaseerd op EFQM gekoppeld aan een visitatiecommissie waarin zowel interne als externe leden zetelen. Deze commissie beoordeelt de zelfevaluatie, de actie- en verbeterplannen die door SYNTRA worden ontwikkeld en heeft indringende gesprekken met alle actoren betrokken bij de organisatie van het SYNTRA-opleidingsgebeuren.

SYNTRA-Vlaanderen zorgt voor integrale kwaliteitszorg in de centra.

In het kader van de leertijd moet het centrum controle door de onderwijsinspectie mogelijk maken en moeten de eindtermen en leerplannen gevolgd worden voor eindstudiebewijzen die identiek zijn aan die van het voltijds gewoon secundair onderwijs. Leertrajectbegeleiders voor de leertijd [zie 6.6.2] worden erkend door de praktijkcommissie en oefenen hun taken en bevoegdheden uit ten behoeve van en onder de controle van de praktijkcommissie.

De Commissie Screening opgericht binnen en door de raad van beheer van SYNTRA Vlaanderen beoordeelt de opportuniteit van de ondernemerstrajecten. (Zie verder bij 11.3.2 Wijze van aanpak).

Het kenniscentrum voor ondernemerscompetenties Competento is een initiatief van de Vlaamse Regering dat wordt uitgewerkt door SYNTRA Vlaanderen. Het geeft informatie over beleidsdocumenten en onderzoeksrapporten, contacten en uitwisseling onderwijs-bedrijfsleven, modellen, methodieken en lesmaterialen, netwerken rond Leren Ondernemen, screeningsinstrumenten ondernemerscompetenties, opleiding voor opleiders, lesgevers en onderwijzers, opleidingstrajecten. Competento publiceert jaarlijks een Inspiratie(gids voor Ondernemende Klasprojecten.

Departement Landbouw en Visserij, Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

Dit staat in voor de erkenning van de organisatoren (de erkende centra), de registratie van de lesgevers, de subsidiëring van de vormingsactiviteiten, de inspecties ter plaatse, de visering van de getuigschriften en de betaling van de vergoeding voor sociale promotie van de deelnemers.

Agentschap Sociaal-cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen

De organisaties die gesubsidieerd worden door het decreet betreffende het sociaal-cultureel volwassenenwerk dienen in hun werking rekening te houden met principes van integrale kwaliteitszorg en zorg te dragen voor professionalisering en professionaliteit. De manier waarop ze dit doen vormt een onderdeel van de evaluatie van hun werking door het Agentschap Sociaal-cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen. Voor verenigingen, gespecialiseerde vormingsinstellingen en bewegingen kan dat gevolgen hebben voor de aanpassing van het subsidiebedrag.

Socius

SoCiuS, het steunpunt voor sociaal-cultureel volwassenenwerk, is een autonome organisatie die gesubsidieerd wordt door de minister van Cultuur om de sector van het sociaal-cultureel volwassenenwerk te ondersteunen. De opdracht van SoCiuS ligt vervat in de beheersovereenkomst die het steunpunt afsluit met de Vlaamse Regering. De huidige overeenkomst loopt van 2011 tot 2015. Vanaf de volgende beleidsperiode zal het steunpunt de wetmatigheden en procedures moeten volgen van het decreet en worden afspraken niet langer in een afzonderlijke beheersovereenkomst vastgelegd.

Wijze van aanpak

VWO, Volwassenenonderwijs

Elke centrum voor basiseducatie en elk centrum voor volwassenenonderwijs dient een kwaliteitszorgsysteem te ontwikkelen en te realiseren met betrekking tot:

  • de organisatie van het onderwijsaanbod;
  • de leertrajectbegeleiding op het niveau van de individuele cursist;
  • de uitvoering van andere onderwijsopdrachten en –bevoegdheden, administratieve en organisatorische opdrachten en bevoegdheden toegewezen door het decreet of de Vlaamse Regering;
  • de organisatie en het beheer van de instelling zodat de doelstellingen van de organisatie behaald kunnen worden;
  • de behandeling van de cursist en van de personeelsleden met respect voor hun rechten en plichten;
  • de permanente vorming van het personeel.

De centra kunnen daarbij rekenen op de ondersteuning van een PBD of VOCVO.

Van de werkingstoelage (voor CBE’s) of de werkingsmiddelen (CVO’s) moet er 5% besteed worden aan kwaliteitszorg en aan de ontwikkeling van leermiddelen.

Ook functiebeschrijvingen en evaluatie zijn gelijkaardig. [Zie 11.1.2.1].

DKO, Deeltijds kunstonderwijs

De kwaliteitszorg in het DKO verschilt niet wezenlijk van die van andere onderwijsvormen en –niveaus en is dus grotendeels geregeld in het Kwaliteitsdecreet dat ook op de andere niveaus van toepassing is. [Zie 11.1 basis- en secundair onderwijs].

De onderwijsinspectie gaat na of academies in alle facetten van de maatschappelijke opdracht die het decreet dko (9/3/2018) hen oplegt, zelf hun kwaliteit evalueren en verder ontwikkelen:

  • een aanbod organiseren dat afgestemd is op de onderwijsdoelen
  • leerlingen begeleiden in hun keuzes in de loop van het leertraject zodat ze zelfstandigheid verwerven in hun artistieke ontwikkeling
  • beoordelen en certificeren van verworven competenties

Ook functiebeschrijvingen en evaluatie zijn gelijkaardig. [Zie 11.1.2.1].

Beroepsopleiding VDAB

VDAB en de competentiecentra hebben het R4E (K2b) attest van EFQM behaald.

Het decreet betreffende de VKS bepaalt dat alle instanties die bewijzen voor erkende beroepskwalificaties willen uitreiken, moeten voldoen aan hetzelfde kwaliteitskader. Het toezicht hierop zal uitgevoerd worden door AKOV volgens één en hetzelfde toezichtskader en dient uitgevoerd te worden in samenspel met alle publieke opleidingsactoren. In 2013 zal VDAB:

  • deel uitmaken van de werkgroep o.l.v. AKOV die de uitvoering van het decreet betreffende de VKS uitwerkt en omzet naar een praktisch werkkader. De VDAB vaardigt telkens een personeelslid af naar de validerings- en de inschalingscommissie;
  • deze kwaliteitsborging implementeren in haar Competentiecentra, minimum voor alle opleidingen in eigen beheer waarvoor een beroepskwalificatie bestaat. Daartoe wordt voor deze opleidingen een kwaliteitsplan geïmplementeerd zodat zij voldoen aan de principes en werkingsaspecten, opgelegd door dit kwaliteitskader (zie SD IV).

Voor 2 beroepskwalificatiedossiers die onder de coördinatie van AKOV gevalideerd en ingeschaald werden, is de VDAB in de loop van 2012 gestart met het voorbereiden van een erkenningsdossier. Dit omvat de afstemming van de opleidingsinhoud op het beroepskwalificatieprofiel en het bijwerken van alle relevante documenten. Concreet gaat het over magazijnmedewerker en residentieel elektrotechnisch installateur. Op basis van deze erkenningsdossiers zullen de 2 finaliteitsopleidingen ‘audit proof’ gemaakt worden, zodat ze voldoen aan het kwaliteitskader dat door AKOV werd uitgewerkt.

Ondernemersvorming SYNTRA Vlaanderen

In de ondernemersvorming is integrale kwaliteitszorg sinds 2001 structureel ingebed in het SYNTRA-netwerk. Voor kritische zelfevaluatie binnen de centra wordt het PROZA kwaliteitsinstrument versie VIZO gebruikt. De evaluatie van het kwaliteitsproces wordt opgevolgd door een visitatiecommissie bestaande uit de voorzitter en ondervoorzitter van de raad van beheer van SYNTRA Vlaanderen, de gedelegeerd bestuurder, de afdelingshoofden sectorale netwerking en draaischijf ondernemerscompetenties, het bevoegde decentrale diensthoofd evenals interne en externe deskundigen. Daarnaast zijn er resultaatsmetingen door een extern onderzoeksbureau, op vlak van effectiviteit, klantentevredenheid, naam- en productbekendheid, marktaandeel.

De screening toetst de opportuniteit van het traject aan de hand van vijf te onderzoeken voorwaarden die cumulatief aanwezig moeten zijn:

  • het betreft een traject dat leidt naar zelfstandig ondernemerschap, waarin een uitstroom als kmo-medewerker mogelijk is;
  • het traject beantwoordt aan een behoefte op de markt;
  • het sectoraal beroepscompetentieprofiel, als dat aanwezig is, of het innovatieve karakter in het andere geval, het generieke ondernemersprofiel of de regelgeving wordt onderbouwd;
  • de kansen op duurzame tewerkstelling en de economische effectiviteit verhogen;
  • andere private marktspelers bieden een dergelijk traject niet aan of bouwen specifieke drempels in die de toegang tot de opleiding minstens belemmeren.

Het BVR van 14 september 2012 verduidelijkt de screeningsvoorwaarden en de procedure.

Landbouwvorming

De meeste opleidingen worden op vrijwillige basis gevolgd. De subsidiëring is gekoppeld aan de aanwezigheid van een minimum aantal deelnemers. De opleidingen die niet aan de verwachtingen van de deelnemers beantwoorden maken daardoor geen kans.

De afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling voert steekproefsgewijs inspecties uit om de kwaliteit van de opleidingen, de geschiktheid van de lokalen en het gebruik van didactisch materiaal te controleren. De opleidingen mogen ook geen commercieel karakter hebben. De kwaliteit van de opleidingen die steunen op een verplichting (startersopleidingen en stages) wordt gegarandeerd door

  • een wettelijk opgelegd cursusprogramma,
  • de beoordeling van de kandidaten via een door de overheid gecontroleerde of georganiseerde eindproef (installatieproef),
  • voor de stages: extra controles ter plaatse en verplichte evaluatieverslagen.

Sociaal-cultureel volwassenenwerk

Het Agentschap Sociaal-cultureel werk voor Jeugd en Volwassenen beoordeelt de werking van de organisaties onder meer op basis van de jaarlijkse verantwoordingsdocumenten en d.m.v. een visitatiebezoek door een gemengde commissie, samengesteld uit leden van het Agentschap Sociaal-cultureel werk voor jeugd en volwassenen en externe deskundigen. In de loop van een beleidsperiode (vanaf het 2e jaar van de beleidsperiode tot uiterlijk 31 mei van het voorlaatste jaar van de beleidsperiode) wordt elke gesubsidieerde organisatie gevisiteerd. Het eindresultaat van de evaluaties wordt aan de organisaties meegedeeld en levert voor elke gesubsidieerde organisatie een basis op voor de vaststelling van de subsidie-enveloppe voor de eerstvolgende beleidsperiode, conform de regels vervat in het decreet van 4 april 2003. Op basis van een evaluatie van de eerste evaluatieperiode werd het evaluatiemodel in 2012 in overleg tussen het agentschap en de sector (vertegenwoordigd door FOV) aangepast.

SoCiuS, het steunpunt voor sociaal-cultureel volwassenenwerk, begeleidt de toepassing van kwaliteitszorg in de sector. SoCiuS heeft een bijscholingsaanbod en organiseert intervisiebijeenkomsten, collegagroepen en werkplaatsen. Speciale aandacht krijgen o.a. de thema’s ‘interculturaliseren’ en ‘gemeenschapsvorming en maatschappelijke activering’. SoCius begeleidt ook de toepassing van kwaliteitszorg in de sector.